Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
DIELEMANS – architect – 1899
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 29526
Beschrijving
Burgerwoning
in eclectische stijl n.o.v. architect Dielemans, 1899.
Begin van een homogene huizenrij uit dezelfde bouwperiode van nr. 491 tot nr. 499.
Opstand van drie bouwlagen onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met klein oculusvenster en houten lambrekijn. Benedenverdieping in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. witsteen, verdiepingen in baksteen, met elementen in hardsteen en witsteen. Centrale trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de verdieping. Hoogste bouwlaag met centraal deurvenster met Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met gebuikte gietijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. geflankeerd door twee kleinere vensteropeningen met geometrische keramiektegels in borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Poort bewaard.
Begin van een homogene huizenrij uit dezelfde bouwperiode van nr. 491 tot nr. 499.
Opstand van drie bouwlagen onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met klein oculusvenster en houten lambrekijn. Benedenverdieping in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. witsteen, verdiepingen in baksteen, met elementen in hardsteen en witsteen. Centrale trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de verdieping. Hoogste bouwlaag met centraal deurvenster met Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met gebuikte gietijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. geflankeerd door twee kleinere vensteropeningen met geometrische keramiektegels in borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Poort bewaard.
Bronnen
Archieven
GAV-DS 1552 (1899), 6277 (1913), 9640 (1928), 22654 (2000).
