Typologie(ën)
driegevelvilla
park
voormalige boerderij/hoeve
park
voormalige boerderij/hoeve
Ontwerper(s)
Fr. & J. ALBERT – architect – 1900
Stijlen
Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 29264
Beschrijving
Opmerkelijke halfvrijstaande villa in
eclectische stijl met invloed van de neo-Vlaamse renaissancestijl, naar ontwerp
van architecten Fr. en J. Albert, gedateerd “1900”.
Inspringend ten opzicht van de Neerstalse steenweg en langs het Bemptpark, villa gebouwd voor Jean-Baptiste Michiels, eigenaar van de brouwerij-mouterij Trois Fontaines in Ukkel-Kalevoet. Sgraffiti met de naam van de eigenaar en van diens brouwerij; het glas-in-loodraam van de ingang stelt Gambrinus voor.
Halfvrijstaande villa van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel aan straatzijde van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), via een schuine traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden met de zijgevel, met centraal de deurtravee. Bakstenen gevels met witstenen elementen, op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak.
Aan de straatkant, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkon met fijn bewerkte ijzeren borstwering met het jaartal 1900; daaronder, sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met de naam van de villa. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met rechte aandaken en pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. DiamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Venstertimpanen versierd met sgraffiti.
Op de hoek, veelhoekig houten wachttorentje van twee bouwlagen onder een koepel.
Centraal op de zijgevel, kleine uitbouw met de ingang (plat dak) en de vestibule (zadeldak), toegankelijk via een stenen bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.; deur versierd met een geschilderd glas-in-loodraam dat Gambrinus voorstelt, samen met de initialen van de brouwer-eigenaar. Boven de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., grote rechthoekige muuropening. Op de achtergevel, gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van de begane grond tot de eerste verdieping, bekroond door een terras met stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Interieur. Inkomhal met impostvenster met houten omlijsting en een glas-in-loodraam met bloemenmotief. Deuren onder een paneel versierd met een mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Op de benedenverdieping, aan straatzijde, pronksalon in tweeën verdeeld door zuilen met samengesteld kapiteel. Aan weerszijden van de salon, spiegels, de ene met medaillonRonde of ovale cartouche. in licht reliëf dat een tafereel van smedende engelen voorstelt, de andere spiegel versierd met musicerende putti in grisailleGetekende of geschilderde voorstelling in verschillende tinten grijs of bruin., met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van guirlandes, bloemvazen, enz. Gelambriseerde muren, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van guirlandes; geprofileerd plafond.
Aan de straat, privétuintje afgesloten door pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in baksteen en hardsteen, rond het oorspronkelijke ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
De grote tuin achteraan, die vroeger aan de villa paalde, ligt aan de basis van het Bemptpark. Deze grote tuin in 1900-stijl is voor het publiek toegankelijk en beslaat een oppervlakte van ongeveer een hectare. Er groeien verschillende soorten bomen, waaronder een heel mooie zilveresdoorn, drie rode beuken en enkele kastanjebomen, linden, haagbeuken, essen en Canadapopulieren. Het park is versierd met twee fraaie waterpartijen en bevat ook de oude hoeve Verheylewegen (een lang rechthoekig gebouw in baksteen, met één bouwlaag onder zadeldak), een oude boomgaard en een miniatuurspoorweg.
Inspringend ten opzicht van de Neerstalse steenweg en langs het Bemptpark, villa gebouwd voor Jean-Baptiste Michiels, eigenaar van de brouwerij-mouterij Trois Fontaines in Ukkel-Kalevoet. Sgraffiti met de naam van de eigenaar en van diens brouwerij; het glas-in-loodraam van de ingang stelt Gambrinus voor.
Halfvrijstaande villa van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel aan straatzijde van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), via een schuine traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden met de zijgevel, met centraal de deurtravee. Bakstenen gevels met witstenen elementen, op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak.
Aan de straatkant, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkon met fijn bewerkte ijzeren borstwering met het jaartal 1900; daaronder, sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met de naam van de villa. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met rechte aandaken en pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. DiamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Venstertimpanen versierd met sgraffiti.
Op de hoek, veelhoekig houten wachttorentje van twee bouwlagen onder een koepel.
Centraal op de zijgevel, kleine uitbouw met de ingang (plat dak) en de vestibule (zadeldak), toegankelijk via een stenen bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.; deur versierd met een geschilderd glas-in-loodraam dat Gambrinus voorstelt, samen met de initialen van de brouwer-eigenaar. Boven de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., grote rechthoekige muuropening. Op de achtergevel, gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van de begane grond tot de eerste verdieping, bekroond door een terras met stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters..
Interieur. Inkomhal met impostvenster met houten omlijsting en een glas-in-loodraam met bloemenmotief. Deuren onder een paneel versierd met een mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Op de benedenverdieping, aan straatzijde, pronksalon in tweeën verdeeld door zuilen met samengesteld kapiteel. Aan weerszijden van de salon, spiegels, de ene met medaillonRonde of ovale cartouche. in licht reliëf dat een tafereel van smedende engelen voorstelt, de andere spiegel versierd met musicerende putti in grisailleGetekende of geschilderde voorstelling in verschillende tinten grijs of bruin., met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van guirlandes, bloemvazen, enz. Gelambriseerde muren, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van guirlandes; geprofileerd plafond.
Aan de straat, privétuintje afgesloten door pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in baksteen en hardsteen, rond het oorspronkelijke ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
De grote tuin achteraan, die vroeger aan de villa paalde, ligt aan de basis van het Bemptpark. Deze grote tuin in 1900-stijl is voor het publiek toegankelijk en beslaat een oppervlakte van ongeveer een hectare. Er groeien verschillende soorten bomen, waaronder een heel mooie zilveresdoorn, drie rode beuken en enkele kastanjebomen, linden, haagbeuken, essen en Canadapopulieren. Het park is versierd met twee fraaie waterpartijen en bevat ook de oude hoeve Verheylewegen (een lang rechthoekig gebouw in baksteen, met één bouwlaag onder zadeldak), een oude boomgaard en een miniatuurspoorweg.
Bronnen
Archieven
GAV/DS
1536 (1900), 3714 (1905), 4693 (1908).
Bemptpark: http://bomen-inventaris.irisnet.be/sites.php?id=144
Bemptpark: http://bomen-inventaris.irisnet.be/sites.php?id=144