Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Alfred FRÈRE-SQUILBECK – architect – 1907
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 28796
Beschrijving
Opmerkelijk
burgerhuis in art-nouveaustijl, ontworpen door en voor architect Alfred
Frère-Squilbeck, 1907.
Vormt het einde van een bijzonder homogene huizenrij, vanaf nr. 184.
Opstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met een smallere centrale toegangstravee. Gevel in witgetinte baksteen op een hardstenen sokkel, versierd met witstenen elementen. Getoogde of rondbogige muuropeningen, sommige met stenen moneelStenen vensterstijl. en/of voorzien van een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de benedenverdieping, centrale deur rechts geflankeerd door een nis met de brievenbus; de garagepoort op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vervangt sinds 1940 de twee oorspronkelijke gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Vormt het einde van een bijzonder homogene huizenrij, vanaf nr. 184.
Opstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met een smallere centrale toegangstravee. Gevel in witgetinte baksteen op een hardstenen sokkel, versierd met witstenen elementen. Getoogde of rondbogige muuropeningen, sommige met stenen moneelStenen vensterstijl. en/of voorzien van een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de benedenverdieping, centrale deur rechts geflankeerd door een nis met de brievenbus; de garagepoort op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vervangt sinds 1940 de twee oorspronkelijke gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Bronnen
Archieven
GAV/DS
4322 (1907), 14092 (1940), 16999 (1956), 18386 (1963).