Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Willy PIJL – 1913
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 28738
Beschrijving
Burgerhuis
in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gesigneerd “Willie Pijl
architecte”, 1913.
Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij, van nr.94 tot nr.134.
Benedenverdieping bekleed met witsteen, met uitwaaierende verdiepte schijnvoegen boven de muuropeningen; verdiepingen in witgetinte baksteen met elementen in witsteen. Rondbogige of getoogde muuropeningen. Op de eerste verdieping, gewelfde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras afgesloten door een ijzeren borstwering; analoge borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door twee dakkappelen. Smeedijzeren deur en traliewerk bewaard; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij, van nr.94 tot nr.134.
Benedenverdieping bekleed met witsteen, met uitwaaierende verdiepte schijnvoegen boven de muuropeningen; verdiepingen in witgetinte baksteen met elementen in witsteen. Rondbogige of getoogde muuropeningen. Op de eerste verdieping, gewelfde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras afgesloten door een ijzeren borstwering; analoge borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door twee dakkappelen. Smeedijzeren deur en traliewerk bewaard; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard.
Bronnen
Archieven
GAV/DS
6255 (1913).