Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

André JACQMAINarchitect1952-1953

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Regionalisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 27002
lees meer

Beschrijving

Villa met regionalistische kenmerken gebouwd in opdracht van de familie Van Doorslaer – Rottiers, naar een ontwerp van architect André Jacqmain, 1952-’53.

Samen met de atelierwoning van de schilder Carlo de Brouckère (Torhout) uit 1949-1950, is deze woning een herinterpretatie van het traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). woonhuis wat de vroege carrière van de architect André Jacqmain typeert.

Woning op ingesloten perceel met hoofdvolume van twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en twee aanbouwen van telkens één bouwlaag eveneens onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Witgeverfde bakstenen gevels met rechthoekige muuropeningen, op verdiepingen met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. waarin meandermotief. Bewaarde toegangsdeur in hoofdvolume aan noordwestzijde langs grote blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muur; het geheel gevat in nisvormig muurvlak. Achtergevel aan tuinzijde (zuidoostzijde) als voornaamste gevel gevat tussen twee muurpijlers en geritmeerd door vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensterdeuren op de benedenverdieping.
Decoratieve schoorstenen bestaande uit kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. overhoeks met de kopDe lange zijde van een baksteen heet strek, de korte kop. uitstekende bakstenen.

Latere aanpassingen met o.a. dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. boven de garage en aan zuidwestvolume toemaken overdekt terras.
Vensterschrijnwerk vervangen.

Interieur: Leefruimte achter drie eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achtergevel met open haard met hardstenen voet en open hardstenen trap naar eerste verdieping.
In vestiaire nog oorspronkelijke Jules Wabbes-kapstok.