Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Willy VAN DER MEEREN – architect – 1971-1979
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Brutalisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2015
id
Urban : 23549
Beschrijving
Studentenhuizen van de VUB. Paviljoenhuizen voor studenten in modernistische stijl, n.o.v. architect Willy Van Der Meeren, 1973.
Rechthoekige gebouwen van een of twee bouwlagen, gemaakt van geprefabriceerde elementen in Variel-beton. Door de geprefabriceerde structuren per vier te monteren ontstonden vier kamers met twee sanitaire cellen en een living. De modules vormen vier gebouwen die zich van elkaar onderscheiden door borstweringspanelen in verschillende kleuren. In de jaren 1980 werd een vijfde gebouw voor personen met een beperkte mobiliteit toegevoegd.
Een reeks structuren is ingericht als administratief centrum van de studentenhuizen. Door de materiaalkeuze (beton, aluminium en vinyl) was snelbouw mogelijk.
In 1981 vertrouwde de directeur-generaal van de VUB nogmaals aan Willy Van Der Meeren de bouw toe van een gebouw waarin alle overblijvende Variel-structuren werden verwerkt: gebouw Y, met het “KultuurKaffee & GalerY”, de cultuur- en tentoonstellingsruimte van de VUB.
Rechthoekige gebouwen van een of twee bouwlagen, gemaakt van geprefabriceerde elementen in Variel-beton. Door de geprefabriceerde structuren per vier te monteren ontstonden vier kamers met twee sanitaire cellen en een living. De modules vormen vier gebouwen die zich van elkaar onderscheiden door borstweringspanelen in verschillende kleuren. In de jaren 1980 werd een vijfde gebouw voor personen met een beperkte mobiliteit toegevoegd.
Een reeks structuren is ingericht als administratief centrum van de studentenhuizen. Door de materiaalkeuze (beton, aluminium en vinyl) was snelbouw mogelijk.
In 1981 vertrouwde de directeur-generaal van de VUB nogmaals aan Willy Van Der Meeren de bouw toe van een gebouw waarin alle overblijvende Variel-structuren werden verwerkt: gebouw Y, met het “KultuurKaffee & GalerY”, de cultuur- en tentoonstellingsruimte van de VUB.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 144-VUB.
Publicaties en studies
VAN DE VOORDE, S., WOUTERS, I., BERTELS, I., Post-war housing in brussels. student homes by Willy Van der Meeren on the VUB campus in Elsene 1971-1973, VUB, 2016.
Tijdschriften
DE KOONING, M., “Willy Van Der Meeren”, Vlees en beton, 21-24, 1993, s.p.
GAE/DS 144-VUB.
Publicaties en studies
VAN DE VOORDE, S., WOUTERS, I., BERTELS, I., Post-war housing in brussels. student homes by Willy Van der Meeren on the VUB campus in Elsene 1971-1973, VUB, 2016.
Tijdschriften
DE KOONING, M., “Willy Van Der Meeren”, Vlees en beton, 21-24, 1993, s.p.