Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jean DEBECKERarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau
Eclectisme
Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2015

id

Urban : 23445
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie verschillende burgerhuizen in eclectische stijl met invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. (nr.121) en de Art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. (nr.123 en 125), gesigneerd “Jean Debecker/Arch./Etterbeek” op de sokkel van nr.123 en 125, 1911.

Twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Hardstenen sokkels. Alle schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  en gietijzerwerk (bijzonder origineel) bewaard.

Op nr.121, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. opstand. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. (omlijst door pilasters): borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de benedenverdieping; gewelfd balkon op de eerste verdieping; driehoekige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. toegevoegd in 1925. Deur rechts geflankeerd door een smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en bekroond door een oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Decors van guirlandes en een krans.

Pleisterstraat 121 tot 125, opstanden, GAE/DS 262-121-123-125 (1911).

Op nr.123, bakstenen opstand met elementen in witsteen en witgekleurde baksteen. Op de verdieping, muuropeningen bekroond door een trapezoïdale decoratieve boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Opmerkelijk gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling en gekleurd glas.

Op nr.125, opstand in geelgekleurde baksteen met elementen in witsteen en witgekleurde baksteen. Trapezoïdale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de eerste verdieping. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. omlijst met geometrische motieven. Opmerkelijk ijzeren traliewerk. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling en gekleurd glas.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 262-121-123-125; 262-121.