Typologie(ën)
woning met kunstenaarsatelier
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1885
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 23388
Beschrijving
Huis met atelier, in neo-Vlaamse renaissancestijl, ontworpen in 1885 voor de schilder Alexis Nys De Wilder en vanaf 1906 bewoond door de schilder Emile Bulcke, die het in 1911 door architect Joseph Diongre liet vergroten.
Het gebouw ligt op een ondiep perceel en bestaat, op nr. 8, uit een hoofdvolume (1885) van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., de laatste met atelier, met twee gevels: de hoofdgevel aan de straatkant en een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. aan de zijkant. Tegen die zijgevel is op nr. 10 een tweede volume aangebouwd (n.o.v. architect Joseph Diongre, 1911), met drie lagere bouwlagen onder plat dak. Dit ondiepe volume springt in t.o.v. de straat en ligt achter een binnenplaats afgesloten door een hek. Bakstenen gevels met witstenen elementen, GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deur bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Op nr. 8, straatgevel van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de eerste twee bouwlagen. Muuropeningen met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met dubbel kruisraam op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Op de eerste verdieping, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. gebouwd in 1910 door architect Joseph Diongre met hergebruik van het oorspronkelijke kruisraam; de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. rust op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die elk door een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… korbeel1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. worden ondersteund, heeft een drieledig dak en is uitgerust met een vlaggenstok. Op de tweede verdieping wordt het atelier verlicht door een breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat tot aan de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). loopt en door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. wordt geflankeerd, tussen twee kleine glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die niet op het oorspronkelijke plan voorkomen. Doorlopend balkon op verscheidene consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. StijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. en hoek met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Op de zijgevel, één vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in elke bouwlaag, het eerste blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en een brede schoorsteenkoker met ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. die het monogram “ND” vormen, verwijzend naar de familienaam van de schilder.
Op nr. 10, gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Muuropeningen op de benedenverdieping in arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., de centrale als glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een trappenpartij, de laterale uitspringend en bekroond door een gebogen balkon. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt., op de eerste verdieping onder rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. TimpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met decor van bakstenen. Trap voor de rechtertravee. Afsluiting met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. hek op een muurtje in hardsteen en witsteen, met rechts een toegang.

Interieur grotendeels bewaard. Op de benedenverdieping, oorspronkelijk, eetkamer vooraan en salon achteraan in het rechtervolume, verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. in het linkervolume. Eetkamer en salon in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, met geprofileerd plafond. Ze worden gescheiden door een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. die, aan de zijde van de eetkamer, wordt bekroond door een schilderij met banderol met het devies “Ne pas monter très haut peut-être!.... Mais tout seul” en, aan de kant van de salon, door een decor met een gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met daarin een hertenkop. In de eetkamer, deur naar de hal onder een schilderij van putti. In de salon, houten hoekschoorsteen met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van dieren boven het spreekwoord “Rust Roest”. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van profielen in medaillonRonde of ovale cartouche.. Deur naar de hal onder bekroning met ovaal schilderij. Eveneens toegankelijk via een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. met floraal decor in art-nouveaustijl. Schoorsteen met imposante mantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met twee op de elleboog leunende vrouwen in haut-reliëf, met ertussen een klok; haard met koperplaat met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. SchoorsteenboezemHet boven de stookplaats uitspringende en rookopvangende gedeelte van een schouw; of ook, het boven de schoorsteenmantel opgaande gedeelte van een schoorsteen tot aan de zoldering. versierd met een schilderij dat de vrouw van de schilder moet voorstellen. Aan de kortste zijde, nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met ingewerkte bloembak en timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met putti in bas-reliëf. Op de tweede verdieping, hoog atelier waarlangs achteraan het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. loopt, bekroond door een galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. met een thans afgesloten balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. In het atelier, smalle trap met leuning met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; eerste trapdeel evenwijdig met de achtermuur, het tweede langs de puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Schoorsteen in zwart en rood marmer in neo-Vlaamse renaissancestijl.
Het gebouw ligt op een ondiep perceel en bestaat, op nr. 8, uit een hoofdvolume (1885) van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., de laatste met atelier, met twee gevels: de hoofdgevel aan de straatkant en een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. aan de zijkant. Tegen die zijgevel is op nr. 10 een tweede volume aangebouwd (n.o.v. architect Joseph Diongre, 1911), met drie lagere bouwlagen onder plat dak. Dit ondiepe volume springt in t.o.v. de straat en ligt achter een binnenplaats afgesloten door een hek. Bakstenen gevels met witstenen elementen, GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deur bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Op nr. 8, straatgevel van twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de eerste twee bouwlagen. Muuropeningen met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met dubbel kruisraam op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Op de eerste verdieping, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. gebouwd in 1910 door architect Joseph Diongre met hergebruik van het oorspronkelijke kruisraam; de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. rust op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die elk door een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… korbeel1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. worden ondersteund, heeft een drieledig dak en is uitgerust met een vlaggenstok. Op de tweede verdieping wordt het atelier verlicht door een breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat tot aan de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). loopt en door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. wordt geflankeerd, tussen twee kleine glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die niet op het oorspronkelijke plan voorkomen. Doorlopend balkon op verscheidene consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. StijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. en hoek met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Op de zijgevel, één vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in elke bouwlaag, het eerste blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en een brede schoorsteenkoker met ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. die het monogram “ND” vormen, verwijzend naar de familienaam van de schilder.
Op nr. 10, gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Muuropeningen op de benedenverdieping in arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., de centrale als glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een trappenpartij, de laterale uitspringend en bekroond door een gebogen balkon. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt., op de eerste verdieping onder rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. TimpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met decor van bakstenen. Trap voor de rechtertravee. Afsluiting met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. hek op een muurtje in hardsteen en witsteen, met rechts een toegang.

Interieur grotendeels bewaard. Op de benedenverdieping, oorspronkelijk, eetkamer vooraan en salon achteraan in het rechtervolume, verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. in het linkervolume. Eetkamer en salon in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, met geprofileerd plafond. Ze worden gescheiden door een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. die, aan de zijde van de eetkamer, wordt bekroond door een schilderij met banderol met het devies “Ne pas monter très haut peut-être!.... Mais tout seul” en, aan de kant van de salon, door een decor met een gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met daarin een hertenkop. In de eetkamer, deur naar de hal onder een schilderij van putti. In de salon, houten hoekschoorsteen met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van dieren boven het spreekwoord “Rust Roest”. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van profielen in medaillonRonde of ovale cartouche.. Deur naar de hal onder bekroning met ovaal schilderij. Eveneens toegankelijk via een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. met floraal decor in art-nouveaustijl. Schoorsteen met imposante mantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met twee op de elleboog leunende vrouwen in haut-reliëf, met ertussen een klok; haard met koperplaat met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. SchoorsteenboezemHet boven de stookplaats uitspringende en rookopvangende gedeelte van een schouw; of ook, het boven de schoorsteenmantel opgaande gedeelte van een schoorsteen tot aan de zoldering. versierd met een schilderij dat de vrouw van de schilder moet voorstellen. Aan de kortste zijde, nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met ingewerkte bloembak en timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met putti in bas-reliëf. Op de tweede verdieping, hoog atelier waarlangs achteraan het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. loopt, bekroond door een galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. met een thans afgesloten balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. In het atelier, smalle trap met leuning met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; eerste trapdeel evenwijdig met de achtermuur, het tweede langs de puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Schoorsteen in zwart en rood marmer in neo-Vlaamse renaissancestijl.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 243-8.
Publicaties en studies
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, 1886/1.
Kaarten / plannen
Plan de la commune de Schaerbeek 1899.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid