Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

HUBERTYarchitect1928

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter
Art deco

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22225
lees meer

Beschrijving

Villa in halfopen bebouwing met invloeden van art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. en pittoresk karakter, n.o.v. architect Huberty, 1928.

Vormt met nr. 4 en 6 een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode.

Bakstenen benedenverdieping, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verdieping met pseudo-vakwerk. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in groene en gele zandsteen. Twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.; twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de hoofd in de laan en drie op de zijgevel. Op de hoek, uitgelengde achthoekige voorbouw die aan de kant van de laan doorloopt in een terras voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat..
Op de zijgevel, in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), uitspringende toegangsportiek onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. met veelhoekige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.; deur geflankeerd door zeshoekige oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorbouw op de benedenverdieping, vergroot in 1947 (n.o.v. architect G. Troffaes) en bekroond door een terras. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een veelhoekige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Verscheidene muuropeningen onder veelhoekige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. waarvan die langs de laan oorspronkelijk vleugelstukken moesten hebben. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). gewijzigd, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en toegangshek vervangen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 120-8.