Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
Victor MAES – architect – 1931
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Amsterdamse School
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 22208
Beschrijving
Gebouw in halfopen bebouwing, in art-decostijl beïnvloed door de School van Amsterdam, n.o.v. architect Victor Maes, 1931.
Begin van bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, tot nr. 19.
Drie bouwlagen, oorspronkelijk onder dak met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met daarin een pergola, vervangen door een imposante mansarde onder plat dak in 1989.
Gevels in baksteen, decoratieve metselverbandenWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.: sommige stenen opstaand (borstweringen) en/of decoratief uitspringend (hoofdgestel, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en muurdammen). Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de laan, drie aan de zijgevel. Rechthoekige uitsprongen. Langs de laan, hardstenen voorbouw van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met garagepoort, en in de linkertravee met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terrassen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; op de rechtertravee terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en traliewerk op de benedenverdieping.
Zijgevel met voorbouw van twee bouwlagen op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de derde, allebei bekroond door een terras. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. uitgewerkt als portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van één bouwlaag bekroond door een terras, met de terugwijkende toegang geflankeerd door getraliede oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en achter een trappenpartij afgeboord met halfronde muurtjes die een bloembak vormen. Deur met blauwe en goudkleurige keramiekomlijsting. De toegang wordt bekroond door een rechthoekig parallellepipedum dat nu bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. is en oorspronkelijk wellicht bekleed was door een mozaïek in dezelfde tinten. Bekronend terras voor vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de hoeken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Tuintje afgesloten door een muurtje en een haag.
Begin van bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, tot nr. 19.
Drie bouwlagen, oorspronkelijk onder dak met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met daarin een pergola, vervangen door een imposante mansarde onder plat dak in 1989.
Gevels in baksteen, decoratieve metselverbandenWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.: sommige stenen opstaand (borstweringen) en/of decoratief uitspringend (hoofdgestel, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en muurdammen). Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de laan, drie aan de zijgevel. Rechthoekige uitsprongen. Langs de laan, hardstenen voorbouw van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met garagepoort, en in de linkertravee met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terrassen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; op de rechtertravee terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en traliewerk op de benedenverdieping.
Zijgevel met voorbouw van twee bouwlagen op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de derde, allebei bekroond door een terras. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. uitgewerkt als portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van één bouwlaag bekroond door een terras, met de terugwijkende toegang geflankeerd door getraliede oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en achter een trappenpartij afgeboord met halfronde muurtjes die een bloembak vormen. Deur met blauwe en goudkleurige keramiekomlijsting. De toegang wordt bekroond door een rechthoekig parallellepipedum dat nu bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. is en oorspronkelijk wellicht bekleed was door een mozaïek in dezelfde tinten. Bekronend terras voor vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de hoeken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Tuintje afgesloten door een muurtje en een haag.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 35-7.