Onderzoek en redactie
2012-2013
Bekijk de weerhouden gebouwenDe Kapucijnbloemenlaan is een korte laan die de Lambermontlaan met de Gustave Latinislaan verbindt en halverwege door de Mimosasstraat wordt doorkruist.
De laan ligt in de Josaphatwijk, waarvan het stratenplan werd getekend door Octave Houssa, ingenieur der gemeentelijke Openbare Werken, goedgekeurd bij K.B. van 10.02.1902 en definitief goedgekeurd bij K.B. van 21.04.1906, samen met drie andere nieuwe Schaarbeekse wijken – Mont-Rose, Linthout en Monplaisir-Helmet. Samen met de andere lanen gelegen tussen de Lambermontlaan en de Gustave Latinislaan vormt ze de zogenoemde Bloemenwijk, die oorspronkelijk een “tuinwijk” met woningen met een voortuintje moest worden.
De wegenwerken voor deze wijk werden uitgevoerd rond 1913, maar als gevolg van de Eerste Wereldoorlog kon er niet worden gebouwd. De bebouwing dateert van na de oorlog en was onderworpen aan hetzelfde differentiële bouwreglement als dat uitgevaardigd voor tuinwijk Terdelt, die net ten noorden van de Bloemenwijk ligt. Dit reglement werd aangenomen door de gemeenteraad van 12.10.1920 en goedgekeurd bij K.B. van 25.02.1922. Het voorzag in een strook onderworpen aan de erfdienstbaarheid non aedificandi voor tuintjes afgesloten door een haag met blijvend groen of door hekwerk in hout of ijzer. In de wijk mochten uitsluitend woningen worden gebouwd, in reeksen van ten hoogste vijf aanpalende huizen, met ertussen een ruimte van minstens tien meter. De gebouwen moesten een esthetisch karakter hebben, met gevels opgetrokken in de blote materialen of bedekt met een bekleding in simili-steen en die maximum een meter in het tuintje uitstaken. Tijdens de zitting van de gemeenteraad van 29.06.1923 werd de achteruitbouwstrook van zes meter die in 1906 voor de Kapucijnbloemenlaan was voorgeschreven, tot vijf teruggebracht.
Zoals die van andere straten rond het Josaphatpark herinnert de naam van de laan, die tijdens de gemeenteraadszitting van 19.06.1908 werd goedgekeurd, aan het plattelandsverleden van Schaarbeek.
De residentiële laan is bebouwd met woningen met twee of drie gevels: villa's, huizen en kleine appartementsgebouwen die voor het merendeel tussen 1922 en 1936 werden ontworpen, alsook in de jaren 1950. Dankzij het strenge bouwreglement heeft de laan een homogeen karakter die nog wordt versterkt door de aanwezigheid van bijzonder homogene huizenrijen: die gevormd door nr. 7 tot 19 en 25 tot 31 (zie deze nummers), evenals die van nr. 35 tot nr. 45: 35 (n.o.v. architecten Faraux et Fils, 1936), 37 en 39 (n.o.v. architect A. Sauvage, 1922), 41 (n.o.v. architect Antoine Dehaen, 1929), 43 en 45 (n.o.v. architect Fayaux, 1923). De meeste gebouwen zijn in art-decostijl, zoals nr. 32 (n.o.v. architect Fayaux, 1933), dat is voorzien van een decoratief witstenen reliëf gedateerd “1933” en gesigneerd “Van Asten”. Sommige huizen vertonen een pittoresk karakter, zoals het geheel gevormd door nr. 4 tot 8 (zie deze nummers). Het modernisme, ten slotte, is goed vertegenwoordigd met een sobere villa uit 1933 op de hoek met de Mimosasstraat (zie nr. 20).
Bronnen
Archieven
GAS/DS 32: 35-32; 35: 35-35; 37: 35-37; 39: 35-39; 41: 35-41; 43: 35-43; 45: 35-45.
ACS/OW
GAS/OW Dénomination des rues I.
GAS/OW Infrastructuur 229, 390.
Publicaties en studies
FISCHER, F., Notice sur les grands travaux de Schaerbeek (Premier Congrès international et Exposition comparée des Villes), Brussel, Imprimerie Ferdinand Denis, 1913, p. 12 in: Bulletin communal de Schaerbeek, 1913, p. 438.
Kaarten / plannen
HOUSSA, O., Plan n°4. Boulevard de ceinture – Vallée de Josaphat, 09.1904 (ACS/OW).