Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Auguste DE BURBUREarchitect1912

Auguste DE BURBUREarchitect1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22171
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee analoge burgerhuizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect A. de Burbure, 1912 en 1913.

Gevels respectievelijk in witsteen en lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen. OpstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie bouwlagen onder mansarde en dakterras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., met een trapezoïdale of rechthoekige voorbouw, bekroond door een terras voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Deuren met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., onder een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en een boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., of een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. Tuinhek bewaard op nr. 308, vervangen op nr. 310.

Op nr. 308, voorbouw met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel.; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met hoekzuiltjes, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., bol- en vaasvormige topstukken, pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. en obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., witstenen timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bloemenmotief, op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. verdwenen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. Ondervlak met schubben. Beglaasde smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… deur, wellicht van latere datum. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard op de benedenverdieping.

Op nr. 310, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Voorbouw met Ionische zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. waarvan de voet is versierd met een eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen. in de eerste bouwlaag, spilvormige pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in de tweede, bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. KlokgevelGevel waarvan de top klokvormig is., uitspringend op boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en bekroond door een boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met topstuk; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder witstenen timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met waaiermotief. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder bekroning met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel.. Dak op latere datum voorzien van een terugwijkende verdieping. Het houten hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., de deur met getraliede ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. zijn bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 308: 164-308; 310: 164-310.