Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

Fernand DE PAUWarchitect1932

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22179
lees meer

Beschrijving

Villa in art-decostijl, n.o.v. architect Fernand De Pauw, 1932.

Halfopen gebouw bestaande uit drie volumes; hoofdvolume van twee bouwlagen onder hoog en uitkragend mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met ingesnoerde dakgoot en dakterras, volumes achteraan van afnemende hoogte, het eerste onder analoog dak, het tweede onder plat dak.
Hoofdvolume met bakstenen gevel en met witstenen elementen. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de laan en twee aan de zijkant, verbonden door een brede hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met smal afgeschuind vlak. Hoek en verdieping langs de laan uitspringend, de eerste links afgesloten door een halfzuiltje en rechts door een gewelfde uitkraging, de tweede op consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bakstenen voet met talrijke uitsprongen. Hoge hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. langs de laan, voorzien van twee garagepoorten.
Aan de zijkant, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achter een terras met smeedijzeren traliewerk, de tweede, met de toegang, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; deur onder platte houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en rondbogig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Uitspringende belijnende banden in baksteen. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. thans bedekt met leisteen.
Volumes achteraan van elk één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met een eerste bouwlaag in baksteen en een tweede bekleed met pleisterkalk.
Schrijnwerk bewaard; deur met getraliede ramen, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op latere datum voorzien van dubbel glas.
Bewaard tuinhek met smeedijzeren geguillocheerd traliewerk en pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in hardsteen en gele zandsteen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 164-364.