Typologie(ën)
sociale woonblok
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1923
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21820
Beschrijving
Tegen de ringspoorlijn, geheel van acht gebouwen in eclectische stijl met oorspronkelijk 80 woningen, n.o.v. architect Roulet in opdracht van de Schaarbeekse Haard, 1923.
Het geheel werd volledig gerenoveerd in 1992 (n.o.v. architecten Henri Boghemans en Michel Henrard) en omvat nu 93 wooneenheden, na de inrichting van de zoldersRuimte onder het dak..
Gebouwen van vijf bouwlagen of vier bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Analoge opstanden, identiek op nr. 68 en 78, die de hoeken vormen, met verwante compositie op nr. 72 en 76. Opstanden in oranjekleurige baksteen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. Decor van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en inspringende muurvlakken. ToegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen, de meeste voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. De meeste muuropeningen zijn rechthoekig. Boogvormige balkons, soms doorlopend , en uitspringende onderdorpels. Bewaarde smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en leuningen. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Op nr. 66, hoekgebouw met een driehoekig voortuintje. Het bestaat uit twee volumes onder eenzelfde bedaking, een met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de rooilijn volgen, het andere op de hoek en inspringend, met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Laatste verdieping bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met imitatievakwerk. Volume aan de straatkant met middentravee voorzien van hoofdzakelijk gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. achter een uitbouw van één bouwlaag bekroond door een terras. Muuropeningen met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de benedenverdieping. Voortuin afgesloten door een muurtje met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Op nr. 68 en 78, symmetrische gevels van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken. Deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn..
Op nr. 70, gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de derde als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de andere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), trapezoïdaal muurvlak tussen de eerste twee bouwlagen en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de laatste.
Op nr. 72 en 76, gevels van respectievelijk vier en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op de verdiepingen en met boogvormige bekroning die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Hoekpilasters met analoog topstuk.
Op nr. 74, symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en bekroond door een trapeziumvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Op de tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), driehoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., sommige met muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. T-vormige deur onder hellende houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..
Op nr. 80, symmetrische gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën voorzien van per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen, de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in het midden lichtjes gebogen. T-vormige deur onder hellende houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..
Het geheel werd volledig gerenoveerd in 1992 (n.o.v. architecten Henri Boghemans en Michel Henrard) en omvat nu 93 wooneenheden, na de inrichting van de zoldersRuimte onder het dak..
Gebouwen van vijf bouwlagen of vier bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Analoge opstanden, identiek op nr. 68 en 78, die de hoeken vormen, met verwante compositie op nr. 72 en 76. Opstanden in oranjekleurige baksteen met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. Decor van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en inspringende muurvlakken. ToegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen, de meeste voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. De meeste muuropeningen zijn rechthoekig. Boogvormige balkons, soms doorlopend , en uitspringende onderdorpels. Bewaarde smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en leuningen. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Op nr. 66, hoekgebouw met een driehoekig voortuintje. Het bestaat uit twee volumes onder eenzelfde bedaking, een met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de rooilijn volgen, het andere op de hoek en inspringend, met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Laatste verdieping bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met imitatievakwerk. Volume aan de straatkant met middentravee voorzien van hoofdzakelijk gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. achter een uitbouw van één bouwlaag bekroond door een terras. Muuropeningen met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op de benedenverdieping. Voortuin afgesloten door een muurtje met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Op nr. 68 en 78, symmetrische gevels van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken. Deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn..
Op nr. 70, gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de derde als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op de andere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), trapezoïdaal muurvlak tussen de eerste twee bouwlagen en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de laatste.
Op nr. 72 en 76, gevels van respectievelijk vier en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op de verdiepingen en met boogvormige bekroning die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Hoekpilasters met analoog topstuk.
Op nr. 74, symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en bekroond door een trapeziumvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. Op de tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), driehoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., sommige met muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. T-vormige deur onder hellende houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..
Op nr. 80, symmetrische gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën voorzien van per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen, de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in het midden lichtjes gebogen. T-vormige deur onder hellende houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..
Bronnen
Archieven
GAS/DS 146-60-80.
Archief van de Schaarbeekse Haard.
Publicaties en studies
Inauguration du complexe Jacques Rayé, Schaarbeek, 1992.
De Schaarbeekse Haard 100 jaar, 1999, p. 63 (Les dossiers de La Fonderie).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid