Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 21716
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillende burgerhuizen in eclectische stijl met invloed van de geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., 1910.

Maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl, van nr. 18-18a tot nr. 42.

Benedenverdiepingen in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen, verdiepingen in baksteen, het geheel versierd met hardstenen elementen. Benedenverdiepingen onder metalen balk, voorzien van een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. versierd met een gegroefde band. De deuren, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en het traliewerk van de voortuin in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… zijn bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen op nr. 36, deels vervangen op nr. 38.

Op nr. 36, opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en imposante topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras, voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje., voorzien van een tweelicht. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard.

Op nr. 38, opstand van vier bouwlagen, symmetrisch op de verdiepingen, de laatste ter vervanging in 1933 van een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrak. Op de eerste twee verdiepingen, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale breder, voorzien van een bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door een terras voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Rondbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping. Centraal boogvormig Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op de derde.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 283-36-38.