Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1890-1910

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21585
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee huizen in eclectische stijl met pittoreske karakter, ca. 1900.

Maken nu deel uit van de Université Libre de Bruxelles.

Bakstenen gevels met hardstenen elementen. Ankers. Pittoreske houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met lamberkijnDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, ....

In de Johannalaan, trapezoïdale topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. De enige traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is voorzien van per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste twee bouwlagen; in de derde bouwlaag, oorspronkelijk rondboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. gewijzigd in drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op nr. 58 (1957). Doorlopend  balkon met bewaarde houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op nr. 58.

Zijgevels met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. springt lichtjes uit en wordt bekroond door een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Smeedijzeren leuningen bewaard.

Op nr. 60, bijgebouw van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen, de tweede met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster..

Schrijnwerk deels bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 176-58.