Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21240
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillende burgerhuizen in eclectische stijl, n.o.v. architect Benjamin de Lestré de Fabribeckers, 1906.

Gevels van vier bouwlagen. Hardstenen benedenverdieping, verdiepingen in grijze baksteen met elementen in witsteen en witte baksteen. IJzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels vervangen.

Op nr. 124, ronde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op eerste verdieping, bekroond door balkon met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Verdiepingen tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Bewaarde inrijpoort links, sterk gewijzigde toegangsdeur rechts.

Op nr. 128, gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. oorspronkelijk bekroond door topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., die in 1932 werd gewijzigd in een bijkomende verdieping. Eerste verdieping benadrukt door trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door balkon met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Benedenverdieping gewijzigd in 1952.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 112-124, 112-128.