Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

WALCKIERSarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21164
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl, gesigneerd en gedateerd op de eerste verdieping “WALCKIERS / ARCH. 1906”. De architect ontwierp ook het aanpalende huis (zie nr. 46-48).

Sluit bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl, vanaf nr. 4.

Gebouw met drie gevels en drie bouwlagen onder wolfdak. Lage benedenverdieping in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen met hardstenen elementen. Bakstenen verdiepingen met witstenen elementen. Aan de laan, gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.; hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in dubbel risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een brede korfboogvormige muuropening. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met zichtbare dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten).. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en stijlen met hoekblokken. Garagepoort uit 1936; toegangsdeur wellicht toen ook vervangen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Op de zijgevel, voorbouw en verlenging van de horizontale sierlijsten van de voorgevel rond de onderzijde van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Bronnen

Archieven
GASLW/DS 5247 (1936).