Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1908-1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21158
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee burgerhuizen in eclectische stijl met Vlaamse renaissance-inslag, volgens spiegelbeeldschema, ontworpen ca. 1910.

Maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl, van nr. 1 tot nr. 97.

Gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Bakstenen gevel met witstenen elementen. Muuropeningen onder korf- of rondboogvormige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Van beneden vertrekkende trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., bekroond door een terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op de eerste verdieping. DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.; centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder uitgelengd tentdak. Secundaire ingang in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van nr. 43. Deuren met hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen. bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling bewaard op nr. 43. Hek van de voortuin bewaard op nr. 41.