Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

A. BENIESTarchitect, landmeter / meetkundig schatter1925

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20727
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloeden van neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz., 1925, n.o.v. architect Am. Beniest, die dertien jaar eerder voor dezelfde eigenaar nr. 39 en 41 ontwierp.

Sluit bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl die begint op nr. 33.

Drie bouwlagen in baksteen met witstenen elementen. Muuropeningen met lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. of onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Op benedenverdieping, deur onder klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., allebei met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., en twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl.. Op eerste verdieping, brede trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. en uitkragend dak. Drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede verdieping, rechts bekroond door risaliterendeRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. Sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. in eerste twee bouwlagen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 38-43.