Sint-Michielslaan 20

Hoekgebouw met handelsruimte in eclectische stijl i.o.v. en n.o.v. arch. Georges Dhaeyer, 1904.

Drie bouwlagen onder afgeschuind lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Michielsstraat, hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Michielscollegelaan. Bakstenen gevel, nu tot op tweede bouwlaag wit geschilderd, met hardstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Sint-Michielslaan met links schoorsteen en rechts trapezoïdale uitbouw (1953) op benedenverdieping bekroond door terras met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met wit beschilderde houten bebording: driekwartrond in tweede bouwlaag, vervolgens terras met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en overhoeks vanaf derde bouwlaag. In Sint-Michielscollegelaan; eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) blindZonder opening; blind venster, schijnopening. op verdiepingen, centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) licht vooruitspringend en  uitlopend in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. geflankeerd door schoorstenen. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Handelsruimte omgevormd tot horecazaak (arch. O. Schomblood, 1968).