Typologie(ën)

burgerwoning
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Georges DHAEYERarchitect1907

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17576
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. i.o.v. en n.o.v. arch. Georges Dhaeyer, 1907.

Vier bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (loodrecht op de straat). Lichtgekleurde bakstenen trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met natuurstenen en witte bakstenen elementen op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met handelsruimte. Gevel centraal benadrukt door rechthoekige uitbouw van twee bouwlagen bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Tweede en derde bouwlaag gevat tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Centrale vitrine geflankeerd door rondboogvormige deuren. Tweede bouwlaag met rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.: drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder bogenfries. Derde bouwlaag met vijflicht onder bogenfries en met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. In hoogste bouwlaag laterale rondboogvensters en centraal rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 436 (1907).