Typologie(ën)
bibliotheek
kunstencentrum/cultureel centrum
kunstencentrum/cultureel centrum
Ontwerper(s)
KUBACH & WILMSEN – beeldhouwer – 1981
Emmanuel DE CALLATAÿ – architect – 1981
Emmanuel DE CALLATAÿ – architect – 1995
Charly WITTOCK – architect – 1995
E. VAN DEN BERG – architect – 1995
Pierre CULOT – beeldhouwer – 1981
Jacqueline GUILLERMAIN – beeldhouwer – 1981
Emiel VERANNEMAN – designer – 1981
Bureau d'architecture et de décoration EMMANUEL DE CALLATAY sprl – 1955
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Brutalisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005
id
Urban : 17484
Beschrijving
Het Wittockiana, voorheen bekend als Bibliotheca Wittockiana, is oorspronkelijk een privaat museum van bibliofiel en verzamelaar Michel Wittock dat evolueerde naar een publiek museum en documentatiecentrum voor de geschiedenis en de techniek van het boekbinden.
Het huidige gebouw is het resultaat van twee grote bouwfasen. De eerste n.o.v. arch. Emmanuel de Callataÿ, 1981. Zij bestond enkel uit een verticaal geritmeerde ruw betonnen volume met smalle hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. enkel aan de noordoostelijke zijgevel. Aan de straatgevel bevond zich de centrale ingang. Dit gesloten volume, waarvan de bekistingsporen nog zichtbaar zijn herbergde een expositieruimte, bureel, vergaderzaal, atelier en garage. In en buiten het gebouw kunstwerken van o.a. beeldhouwers Pierre Culot, Kubach-Wilmsen, Jacqueline Guillermain en Denmark, meubilair n.o.v. E. Veranneman.
De tweede fase n.o.v. arch. E. de Callataÿ, C. Wittock en E. Van den Berg, 1995, ter vervanging van een tennisplein op het dak van bovenvermeld volume. Dit uitbreidingsproject bestond uit een opengewerkt volume; een lichte transparante constructie met verwijzingen naar een Amerikaanse stijl, waardoor het eerste volume nu dienst doet als sokkel. Dit nieuw volume herbergt een giftshop, een cafetaria, een tentoonstellingszaal, twee kantoren, een ruime leeszaal en een privé-appartement. De structuur wordt opengebroken door twee terrassen zodat in elke ruimte natuurlijk licht binnenvalt, één terras is toegankelijk voor het publiek, een tweede hoort bij het appartement.
Het huidige gebouw is het resultaat van twee grote bouwfasen. De eerste n.o.v. arch. Emmanuel de Callataÿ, 1981. Zij bestond enkel uit een verticaal geritmeerde ruw betonnen volume met smalle hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. enkel aan de noordoostelijke zijgevel. Aan de straatgevel bevond zich de centrale ingang. Dit gesloten volume, waarvan de bekistingsporen nog zichtbaar zijn herbergde een expositieruimte, bureel, vergaderzaal, atelier en garage. In en buiten het gebouw kunstwerken van o.a. beeldhouwers Pierre Culot, Kubach-Wilmsen, Jacqueline Guillermain en Denmark, meubilair n.o.v. E. Veranneman.
De tweede fase n.o.v. arch. E. de Callataÿ, C. Wittock en E. Van den Berg, 1995, ter vervanging van een tennisplein op het dak van bovenvermeld volume. Dit uitbreidingsproject bestond uit een opengewerkt volume; een lichte transparante constructie met verwijzingen naar een Amerikaanse stijl, waardoor het eerste volume nu dienst doet als sokkel. Dit nieuw volume herbergt een giftshop, een cafetaria, een tentoonstellingszaal, twee kantoren, een ruime leeszaal en een privé-appartement. De structuur wordt opengebroken door twee terrassen zodat in elke ruimte natuurlijk licht binnenvalt, één terras is toegankelijk voor het publiek, een tweede hoort bij het appartement.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 58 (1981), 119 (1995).
Publicaties en studies
ARON, P., CULOT, P., DE COSTER, A., et al., Bibliotheca Wittockiana, Gemeentekrediet, Brussel, 1996 (Musea Nostra 38).
ARON, J., DE BECKER, F., PUTTEMANS, P., Inventaire du patrimoine contemporain de la région de Bruxelles, Brussel, 1994, fiche 110.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, Éditions de l'Octogone, Brussel, 2000.
Tijdschriften
“Bibliotheca Wittockiana”, Neuf-Nieuw, 182, 1997, pp. 19-22.
DE COSTER, A., “De Bibliotheca Wittockiana”, De Woonstede door de eeuwen heen, 135, 2002, pp. 33-34.
LOZE, P., “De Bibliotheca Wittockiana”, A+, 145, 1997, pp. 53-55.
Websites
http://www.wittockiana.org/
GASPW/DS 58 (1981), 119 (1995).
Publicaties en studies
ARON, P., CULOT, P., DE COSTER, A., et al., Bibliotheca Wittockiana, Gemeentekrediet, Brussel, 1996 (Musea Nostra 38).
ARON, J., DE BECKER, F., PUTTEMANS, P., Inventaire du patrimoine contemporain de la région de Bruxelles, Brussel, 1994, fiche 110.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, Éditions de l'Octogone, Brussel, 2000.
Tijdschriften
“Bibliotheca Wittockiana”, Neuf-Nieuw, 182, 1997, pp. 19-22.
DE COSTER, A., “De Bibliotheca Wittockiana”, De Woonstede door de eeuwen heen, 135, 2002, pp. 33-34.
LOZE, P., “De Bibliotheca Wittockiana”, A+, 145, 1997, pp. 53-55.
Websites
http://www.wittockiana.org/