Typologie(ën)

woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Paul CAUCHIEarchitect, sgraffitoschilder1926

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2002-2004

id

Urban : 17332
lees meer

Beschrijving

Modernistisch huis met drie bouwlagen onder plat dak en twee ongelijke, verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) resulterend uit twee bouwfasen, resp. 1926 en 1936, allebei n.o.v. arch. Paul Cauchie. Het huis behoort tot één van de vier gekende gebouwen van deze vooral als interieurontwerper bekend staande architect. Hij had er tevens een atelier en woonde er in het gezelschap van de eigenares juffrouw Margueritte Scoriels.

Oorspronkelijke ontwerp van 1926 telde twee bouwlagen, waarvan bovenste bovenaan bedekt met sgraffiti. In 1936 werd één bouwlaag toegevoegd.

Gevel grijs bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Verdieping deels wit bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. waarin verticale torusprofielen op muurdammen; belijnd met twee uitspringende bakstenen banden. Deur met afgeschuinde bakstenen stijlen. Boven vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van benedenverdieping ruitvormig medaillonRonde of ovale cartouche. met bakstenen omlijsting; voorstelling: lierspelende man en jaartal 1926. Dit is waarschijnlijk één van de laatste in Brussel verwezenlijkte sgraffiti, vermits deze techniek na WO I in onbruik raakte. In toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. van derde bouwlaag hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op betonnen fundament grenzend aan kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met dubbele band. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling.

 

In tegenstelling tot zijn pronkzuchtige eigen woning in de Frankenstraat nr 5 in Etterbeek, fungeerde dit huis voor de architect niet als vitrine van zijn kunnen. Er is niets dat gericht is op uiterlijk vertoon. Het decor van het interieur is nog pretentielozer dan de gevel, en is eenvoudig en aangenaam zonder dat er iets buitengewoons aan is. Oorspronkelijke trap met klosvormige balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Op benedenverdieping en op verdiepingen oorspronkelijke eenvoudige kasten met enkelvoudige vlakke deuren zonder enig decor of lijstwerk. Analoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. als die aan straatkant, geven uit op kleine tuin. Op verdieping twee bas-reliëfs in stuc van putti in academische stijl. Ze zouden gemaakt zijn door de buurman, beeldhouwer Oscar de Clerck (zie nr 155). Hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. geeft uit op een bijzonder hoge en smalle kamer. Waarschijnlijk was het in deze overvloedig door noorderlicht verlichte kamer dat Cauchie aan zijn ezel schilderde.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 92 (1926), 49 (1936).