Onderzoek en redactie
2002-2004
Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Donkerstraat naar Hertogstraat. Genoemd naar de Terkamerenweg die door de benedictijnen van de abdij van Terkameren werd gebruikt om naar hun landerijen in Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe te gaan. Tot begin 20ste eeuw volgde de weg vanuit het westen de grens tussen beide gemeente tot aan de huidige Georges Medaetsstraat. Daar maakte hij een bocht naar het noordoosten in de richting van het dorp Sint-Lambrechts-Woluwe.
Westelijk deel van oude weg vlg. KB van 07.12.1925 verbreed tot 12 m en recht getrokken tot huidige George Medaetsstraat; verderop werd de straat oostwaarts omgebogen richting Donkerstraat en volgde de rest van de gemeentegrens, die toen doorheen de weilanden liep. In 1955 besliste de gemeente om een zone van 5 meter insprong te creëren voor het nieuw aangelegde weggedeelte tussen Guldendallaan en Donkerstraat. Het westelijk gedeelte van het uiterste en oudste kleine huizenblok aan de westkant, begrensd door Hertog- en J.G. Martinstraat, werd in de jaren 1960 gesloopt.
Eerste gebouwen in de jaren 1910 opgetrokken in omgeving van Hertog- en J.G. Martinstraat, o.m. nr 77 (n.o.v. arch. Jean-Baptiste Haulet, 1911), vrijstaand huis in eclectische stijl ter hoogte van Pater Damiaanlaan. Laatste drie gebouwen van de straat, nr 325 tot 329, waren oorspronkelijk werkplaatsen, opgetrokken op doorlopend perceel achter opbrengsthuizen in eclectische stijl in Hertogstraat (zie Hertogstraat nr 97 tot 105). Heden sterk verbouwd. Nr 325 en 327 werkplaatsen resp. in 1911 en 1910 opgetrokken voor luikenfabrikant Joseph Mellaerts; nr 329 schrijnwerkerij van 1911, verbouwd tot woning (1999).
In buurt van Jean-Gérard Eggerickxstraat en Gribaumontlaan werden in jaren 1920 en begin jaren 1930 grotendeels kleine huizen met twee bouwlagen opgetrokken. Ze ontlenen art deco elementen of blijven trouw aan de eclectische stijl. Nr 195 tot 207 zijn gealigneerd achter een inspringende zone. Nr 283 tot 297 tussen Gribaumontlaan en J.G. Martinstraat vormen coherent geheel van bakstenen huizen met drie bouwlagen en erker op verdieping.
Na WO II werd het tot dan toe vrijwel onbebouwd gebleven oostelijk gedeelte van de straat, tussen Pater Damiaanlaan en Donkerstraat, bebouwd. De twee gedeelten tussen Pater Damiaan- en Guldendallaan, werden bebouwd tussen 1953 en 1960. Gebouwen op gedeelte tussen Louis Ceusters- en Donkerstraat zijn gealigneerd achter een inspringende zone en werden opgetrokken tussen 1958 en 1972. Overwegend bel-étagewoningen. Hun analoge afmetingen en veelvuldig gebruik van pannen en bakstenen geven de straat een grote homogeniteit en een zekere monotonie.
Sommige arch. ontwierpen meerdere gebouwen, o.m. Raymond Decorte (nr 31 tot 39, 63, 91, 95, 125 tot 129, 153 en 159), Etienne Nève (nr 17 tot 23 en 163), J.J. Rabosee (97, 99, 101 en 151) en Francis De Kempeneer (117 tot 123). Ook meerdere appartementsgebouwen, waarvan recentste op nr 149 (n.o.v. arch. Philippe De Wagter, 1991) in postmodernistische stijl en nr 187-193 (n.o.v. arch. Baudouin Courtens, 1990) met acht paviljoenen als achtergebouw.
Westelijk deel van oude weg vlg. KB van 07.12.1925 verbreed tot 12 m en recht getrokken tot huidige George Medaetsstraat; verderop werd de straat oostwaarts omgebogen richting Donkerstraat en volgde de rest van de gemeentegrens, die toen doorheen de weilanden liep. In 1955 besliste de gemeente om een zone van 5 meter insprong te creëren voor het nieuw aangelegde weggedeelte tussen Guldendallaan en Donkerstraat. Het westelijk gedeelte van het uiterste en oudste kleine huizenblok aan de westkant, begrensd door Hertog- en J.G. Martinstraat, werd in de jaren 1960 gesloopt.
Eerste gebouwen in de jaren 1910 opgetrokken in omgeving van Hertog- en J.G. Martinstraat, o.m. nr 77 (n.o.v. arch. Jean-Baptiste Haulet, 1911), vrijstaand huis in eclectische stijl ter hoogte van Pater Damiaanlaan. Laatste drie gebouwen van de straat, nr 325 tot 329, waren oorspronkelijk werkplaatsen, opgetrokken op doorlopend perceel achter opbrengsthuizen in eclectische stijl in Hertogstraat (zie Hertogstraat nr 97 tot 105). Heden sterk verbouwd. Nr 325 en 327 werkplaatsen resp. in 1911 en 1910 opgetrokken voor luikenfabrikant Joseph Mellaerts; nr 329 schrijnwerkerij van 1911, verbouwd tot woning (1999).
In buurt van Jean-Gérard Eggerickxstraat en Gribaumontlaan werden in jaren 1920 en begin jaren 1930 grotendeels kleine huizen met twee bouwlagen opgetrokken. Ze ontlenen art deco elementen of blijven trouw aan de eclectische stijl. Nr 195 tot 207 zijn gealigneerd achter een inspringende zone. Nr 283 tot 297 tussen Gribaumontlaan en J.G. Martinstraat vormen coherent geheel van bakstenen huizen met drie bouwlagen en erker op verdieping.
Na WO II werd het tot dan toe vrijwel onbebouwd gebleven oostelijk gedeelte van de straat, tussen Pater Damiaanlaan en Donkerstraat, bebouwd. De twee gedeelten tussen Pater Damiaan- en Guldendallaan, werden bebouwd tussen 1953 en 1960. Gebouwen op gedeelte tussen Louis Ceusters- en Donkerstraat zijn gealigneerd achter een inspringende zone en werden opgetrokken tussen 1958 en 1972. Overwegend bel-étagewoningen. Hun analoge afmetingen en veelvuldig gebruik van pannen en bakstenen geven de straat een grote homogeniteit en een zekere monotonie.
Sommige arch. ontwierpen meerdere gebouwen, o.m. Raymond Decorte (nr 31 tot 39, 63, 91, 95, 125 tot 129, 153 en 159), Etienne Nève (nr 17 tot 23 en 163), J.J. Rabosee (97, 99, 101 en 151) en Francis De Kempeneer (117 tot 123). Ook meerdere appartementsgebouwen, waarvan recentste op nr 149 (n.o.v. arch. Philippe De Wagter, 1991) in postmodernistische stijl en nr 187-193 (n.o.v. arch. Baudouin Courtens, 1990) met acht paviljoenen als achtergebouw.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS rooilijnen 11 Terkamerenstraat.
GASPW/DS 77: 121 (1911); 149: 50 (1991); 187-193: 253 (1990); 325: 112 (1911); 329: 725 (1911), 176 (1999).
GASPW/DS rooilijnen 11 Terkamerenstraat.
GASPW/DS 77: 121 (1911); 149: 50 (1991); 187-193: 253 (1990); 325: 112 (1911); 329: 725 (1911), 176 (1999).