Huis P. Eggerickx

Breed huis in eclectische stijl, n.o.v. arch. Fernand Conard, 1911, i.o.v. juffrouw P. Eggerickx.

Twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witstenen elementen (Euville). Muuropeningen onder accoladeboogvormige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met monelenStenen vensterstijl. en afgeronde hoeken. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met deur voor voormalige koetsgang; op verdieping half-ellipsvormig balkon op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. met trigliefen geflankeerd door twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bovenaan groot paneel met gegraveerd jaartal “anno MCMXI”; zichtbaar geworden eerste ontwerp van zelfde, maar dichter op elkaar staande letters. Houten, exuberante kruisboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling ca 1990 vervangen. Smeedijzeren deur en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van balkon in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met vergulde lauwerkransen.

Interieur: sober met in één van de kamers schilderij op doek gemaroufleerd op plafond, ca 2003 verwijderd.

Beschermd 08.10.1998.