Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Raymond MOENAERTarchitect1914

Paul HAMESSE & FRÈRESarchitect, architectenbureau1927

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17282
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl n.o.v. arch. Raymond Moenaert, 1914.

Drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Traditioneel, maar met grote vrijheid toegepast architecturaal idioom die de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. aankondigd. Bakstenen gevel met waarschijnlijk natuurstenen elementen, heden wit beschilderd. Muuropeningen met stijlen met hoekkettingen; boogvormig op benedenverdieping waarin afwisselend bakstenen en sleutels, die van verdieping onder latei. Deur onder houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. opgehangen aan twee smeedijzeren trekkers. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en langwerpig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. rechts van deur, allebei met smeedijzeren klosvormig traliewerk. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.: benedenverdieping met korfboogvenster met gebeeldhouwde consolevormige sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. waarop houten trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. rust. Boven laatstgenoemde drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met monelenStenen vensterstijl.. Derde bouwlaag met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.: links met onder lekdorpel gebeeldhouwde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen., rechts kleiner. Op toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. inspringende muurpartij met langwerpig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. doorbreekt en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt. in dambordpatroon en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met kruisvormige roedeverdeling.

Interieur
: vrij sober decor met enkele glas-in-loodramen met bloemmotieven.

Grote aanbouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., n.o.v. arch. Paul Hamesse, 1927. Modernistische bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel.
Interieur: mooie eiken parketvloer. Opmerkelijke schouw van groene marmer met bas-reliëf in stuc, voorstelling: een vrouw. Hoge gestileerde notenhouten pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Cassettenplafond. Elegant schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met geometrische glas-in-loodramen.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 38 (1914), (1927).
AAM, fonds Paul Hamesse.