Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Henri VAN MASSENHOVE – architect – 1900
Stijlen
Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 17020
Beschrijving
Huis in eclectische stijl met elementen van neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., n.o.v. arch. Henry Van Massenhove, 1900.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij van nr. 50 tot 58.
Twee bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., die op benedenverdieping breder, die op verdiepingen geringdVoorzien van een fijne, horizontale band. en gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd..
Op benedenverdieping koetspoort en toegangsdeur.
Grote centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling bewaard.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij van nr. 50 tot 58.
Twee bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., die op benedenverdieping breder, die op verdiepingen geringdVoorzien van een fijne, horizontale band. en gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd..
Op benedenverdieping koetspoort en toegangsdeur.
Grote centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling bewaard.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 285-50.
Publicaties en studies
VAN MASSENHOVE, H., LÖW, G., Les Maisons Modernes, éd. Constant Baune, Brussel, 1901, pl. XXXIX.
GAE/DS 285-50.
Publicaties en studies
VAN MASSENHOVE, H., LÖW, G., Les Maisons Modernes, éd. Constant Baune, Brussel, 1901, pl. XXXIX.