Typologie(ën)
appartementsgebouw
historische lift
historische lift
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1935
Yvan BLOMME – architect – 1935
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 16393
Beschrijving
Twee appartementsgebouwen in modernistische stijl, rug aan rug op doorlopend perceel, i.o.v. maatschappij Trabeka en n.o.v. arch. Yvan en Adrien Blomme, 1935.
Zeven bouwlagen waarvan hoogste inspringend. Gevel in Belvédère baksteen met geaccentueerde horizontale voegen en witstenen elementen. ErkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van Tenbosstraat nr. 42-42a bekleed met leisteenschiefer van ‘Ardoisières Donner' (Martelange). In eerste en tweede bouwlaag bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Nr. 7. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bijkomende bouwlaag boven rechtertravee. Geheel onder plat dak. Signatuur ‘A & Y. Blomme Architectes' rechtsboven op sokkel.
Sobere vlakke gevel resulterend in indrukwekkend volume met terugspringende volume L-vormig omkaderd door linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zesde bouwlaag. Overgang tussen beiden door middel van balkons met buisrelingen; doorlopend op eerste verdieping.. Centrale toegangsdeur in aan weerszijden geflankeerd door garagepoorten. In 1976 werden twee vertrekken op benedenverdieping verbouwd tot garage voor twee auto's. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels vervangen.
Interieur. Inkomhal in licht granito. Bewaarde lift met houten cabine en deur in houten traliewerk. Mooie ellipsvormige trap. Oorspronkelijk telde het gebouw vier appartementen en een studio; op benedenverdieping en eerste en tweede verdieping triplex; deel van tweede verdieping ingericht als studio; derde en vierde verdieping met telkens een appartement; vijfde en zesde verdieping duplex.
Tenbosstraat nr. 42-42a. Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. twee gewelfde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond met terras die zorgen voor evenwicht van in - en uitspringende volumes. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van verschillende afmetingen. Buisrelingen. In benedenverdieping verschillende muuropeningen: garagepoort, toegangsdeur (nr. 42), breed liggend rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., tweede toegangsdeur (nr. 42a) en rechthoekig liggend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Decoratieve baksteenfries op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Extra bouwlaag boven twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Moderne beglaasde en getraliede deur.
Interieur. Inkomhal in licht granito. Bewaarde lift met houten cabine en deur in houten traliewerk. Fraaie ellipsvormige trap. Appartementen over hele gevelbreedte.
Zeven bouwlagen waarvan hoogste inspringend. Gevel in Belvédère baksteen met geaccentueerde horizontale voegen en witstenen elementen. ErkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van Tenbosstraat nr. 42-42a bekleed met leisteenschiefer van ‘Ardoisières Donner' (Martelange). In eerste en tweede bouwlaag bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Nr. 7. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bijkomende bouwlaag boven rechtertravee. Geheel onder plat dak. Signatuur ‘A & Y. Blomme Architectes' rechtsboven op sokkel.
Sobere vlakke gevel resulterend in indrukwekkend volume met terugspringende volume L-vormig omkaderd door linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zesde bouwlaag. Overgang tussen beiden door middel van balkons met buisrelingen; doorlopend op eerste verdieping.. Centrale toegangsdeur in aan weerszijden geflankeerd door garagepoorten. In 1976 werden twee vertrekken op benedenverdieping verbouwd tot garage voor twee auto's. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels vervangen.
Interieur. Inkomhal in licht granito. Bewaarde lift met houten cabine en deur in houten traliewerk. Mooie ellipsvormige trap. Oorspronkelijk telde het gebouw vier appartementen en een studio; op benedenverdieping en eerste en tweede verdieping triplex; deel van tweede verdieping ingericht als studio; derde en vierde verdieping met telkens een appartement; vijfde en zesde verdieping duplex.
Tenbosstraat nr. 42-42a. Vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. twee gewelfde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond met terras die zorgen voor evenwicht van in - en uitspringende volumes. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van verschillende afmetingen. Buisrelingen. In benedenverdieping verschillende muuropeningen: garagepoort, toegangsdeur (nr. 42), breed liggend rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., tweede toegangsdeur (nr. 42a) en rechthoekig liggend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Decoratieve baksteenfries op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Extra bouwlaag boven twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Moderne beglaasde en getraliede deur.
Interieur. Inkomhal in licht granito. Bewaarde lift met houten cabine en deur in houten traliewerk. Fraaie ellipsvormige trap. Appartementen over hele gevelbreedte.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 131-7, 285-40-42.
Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme, 1878-1940, CIVA, Brussel, 2004, p. 177.
Tijdschriften
FLOUQUET, P. L., ‘Tribune libre. Grandeur et servitude de l'immeuble d'appartements', Bâtir, 42, 1936, pp. 663-664.
T.K., ‘Le Confort et la Clarté en Appartement, Architectes: A. et Y. Blomme, Constructeur: Trabeka', Clarté, 3, 1937, pp. VII-XV.
‘Œuvres des architectes A. & Y. Blomme', Le Document, 8, 1938, pp. 154-155.
GAE/DS 131-7, 285-40-42.
Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme, 1878-1940, CIVA, Brussel, 2004, p. 177.
Tijdschriften
FLOUQUET, P. L., ‘Tribune libre. Grandeur et servitude de l'immeuble d'appartements', Bâtir, 42, 1936, pp. 663-664.
T.K., ‘Le Confort et la Clarté en Appartement, Architectes: A. et Y. Blomme, Constructeur: Trabeka', Clarté, 3, 1937, pp. VII-XV.
‘Œuvres des architectes A. & Y. Blomme', Le Document, 8, 1938, pp. 154-155.