Onderzoek en redactie
1993-1995
Bekijk de weerhouden gebouwen
Rechthoekig plein waarlangs de Bolwerklaan loopt en waarop de Kruisvaartenstraat, de Vooruitgangstraat, de Brabantstraat en Sint-Lazarusstraat uitlopen.
In 1618 werden hier aan de rand van de oude verdedigingswerken vierentwintig pesthuisjes gebouwd waaraan acht jaar later een kapel werd toegevoegd. In 1817 verkocht de stad deze intussen bouwvallig geworden panden aan een particulier met de opdracht ze af te breken.
Het plein werd aangelegd onder de naam Natieplein (place des Nations; ook wel Keulenplein, place de Cologne) - in 1885 zou het zijn huidige benaming krijgen, sterfjaar van de liberale minister Charles Rogier -, als onderdeel van het "plan d' ensemble", goedgekeurd volgens KB van 02.09.1840. Dit plan voorzag eveneens in de bouw van een nieuw station, aangezien dat van de Groendreef niet meer voldeed. De werken werden in 1841 aangevangen, o.l.v. en n.o.v. arch. François COPPENS (Brussel, 1799 - Parijs, 1873); vijf jaar later was het gebouw voltooid. Het ging om een sober architecturaal ensemble met reminiscenties aan renaissancepaleizen, bestaande uit een centraal door pilasters geritmeerd volume met bekronende attiekbalustrade, aan weerszijden geflankeerd door twee later gewijzigde hoekpaviljoenen en verlicht door rondboogvensters onder waterlijsten. De oorspronkelijke schilddaken werden nadien vervangen door tentdaken met bekronend terras en dakvensters. De gevels werden in de jaren 1860 gedecoreerd met geniste beelden, nl. vier vrouwenfiguren door beeldhouwer Joseph GEEFS die de Handel, de Kunsten, de Industrie en de Landbouw voorstelden (1862). Ter hoogte van de eerste verdieping bevonden zich vier andere allegorieën van FRAIKIN: de Overvloed, de Vrede, de Vooruitgang en de Broederschap (1861). Eugène SIMONIS beeldhouwde eveneens allegorische figuren voor de zwikken die de Schelde, Maas, Seine en Rijn moesten uitbeelden. Boven het uurwerk van de attiekverdieping bevond zich een heraldische groep toegeschreven aan Guillaume GEEFS. In 1863 werd het station eindelijk voltooid. De spoorlijnen die zich onder een glazen bedaking bevonden, waren aan twee zijden geflankeerd door zijvleugels die resp. op de Brabantstraat en de Vooruitgangstraat uitkwamen.
Karel Rogierplein, het voormalige Noordstation in 1906 (© KIK-IRPA Brussel).
Intussen werd het plein geëgaliseerd en van verlichting voorzien in 1850, geplaveid in 1852 en heraangelegd in 1862 (KB 18.09.1862).
In 1618 werden hier aan de rand van de oude verdedigingswerken vierentwintig pesthuisjes gebouwd waaraan acht jaar later een kapel werd toegevoegd. In 1817 verkocht de stad deze intussen bouwvallig geworden panden aan een particulier met de opdracht ze af te breken.
Het plein werd aangelegd onder de naam Natieplein (place des Nations; ook wel Keulenplein, place de Cologne) - in 1885 zou het zijn huidige benaming krijgen, sterfjaar van de liberale minister Charles Rogier -, als onderdeel van het "plan d' ensemble", goedgekeurd volgens KB van 02.09.1840. Dit plan voorzag eveneens in de bouw van een nieuw station, aangezien dat van de Groendreef niet meer voldeed. De werken werden in 1841 aangevangen, o.l.v. en n.o.v. arch. François COPPENS (Brussel, 1799 - Parijs, 1873); vijf jaar later was het gebouw voltooid. Het ging om een sober architecturaal ensemble met reminiscenties aan renaissancepaleizen, bestaande uit een centraal door pilasters geritmeerd volume met bekronende attiekbalustrade, aan weerszijden geflankeerd door twee later gewijzigde hoekpaviljoenen en verlicht door rondboogvensters onder waterlijsten. De oorspronkelijke schilddaken werden nadien vervangen door tentdaken met bekronend terras en dakvensters. De gevels werden in de jaren 1860 gedecoreerd met geniste beelden, nl. vier vrouwenfiguren door beeldhouwer Joseph GEEFS die de Handel, de Kunsten, de Industrie en de Landbouw voorstelden (1862). Ter hoogte van de eerste verdieping bevonden zich vier andere allegorieën van FRAIKIN: de Overvloed, de Vrede, de Vooruitgang en de Broederschap (1861). Eugène SIMONIS beeldhouwde eveneens allegorische figuren voor de zwikken die de Schelde, Maas, Seine en Rijn moesten uitbeelden. Boven het uurwerk van de attiekverdieping bevond zich een heraldische groep toegeschreven aan Guillaume GEEFS. In 1863 werd het station eindelijk voltooid. De spoorlijnen die zich onder een glazen bedaking bevonden, waren aan twee zijden geflankeerd door zijvleugels die resp. op de Brabantstraat en de Vooruitgangstraat uitkwamen.
Karel Rogierplein, het voormalige Noordstation in 1906 (© KIK-IRPA Brussel).
Intussen werd het plein geëgaliseerd en van verlichting voorzien in 1850, geplaveid in 1852 en heraangelegd in 1862 (KB 18.09.1862).
Het achterste deel van de pleingevel werd gevormd door het Noordstation. De twee zijwanden waren ingenomen door neoclassicistisch geïnspireerde gelijkaardige panden, waaronder enkele imposante woningen en talrijke hotels, met symmetrische en uniforme gevels zoals het KB van 1840 had voorgeschreven. Het plein behield zijn homogeen karakter tot rond de eeuwwisseling toen de neoclassicistische regelmaat banaal en vervelend werd bevonden. Het "Hôtel des Boulevards" en "Hôtel le Cosmopolite" werden verbouwd en verhoogd n.o.v. arch. Joseph VINCKE. "Hotel Royal Nord" onderging eveneens wijzigingen. In 1908 tenslotte bouwden arch. A. LENER en A. POMPE het "Palace Hotel".
Het was echter de afbraak van het station in 1956 en de daaropvolgende constructie van het Internationaal Rogier Centrum die het uitzicht van het plein en de hele omringende wijk grondig zouden wijzigen. In 1971 kreeg het plein een tweede appartementsgebouw van negentwintig verdiepingen met een structuur van gewapend beton en een gordijngevel. Het "Sheraton Hotel", n.o.v. arch. Louis VAN HOVE en GROUPE STRUCTURES en aangevuld met winkels en kantoren, nam de gehele westelijke zijde van het plein in, ter vervanging van de drie eerst vernoemde hotels. De integratie in het vastgoedproject Ruimte Noord vereiste de afbraak van de bebouwing in de omliggende straten. Ook het vermelde "Palace Hotel" en het aanpalende "Albert I Hotel" (arch. M. POLAK, 1920) werden enige tijd geleden met afbraak bedreigd door grondspeculanten.
Het was echter de afbraak van het station in 1956 en de daaropvolgende constructie van het Internationaal Rogier Centrum die het uitzicht van het plein en de hele omringende wijk grondig zouden wijzigen. In 1971 kreeg het plein een tweede appartementsgebouw van negentwintig verdiepingen met een structuur van gewapend beton en een gordijngevel. Het "Sheraton Hotel", n.o.v. arch. Louis VAN HOVE en GROUPE STRUCTURES en aangevuld met winkels en kantoren, nam de gehele westelijke zijde van het plein in, ter vervanging van de drie eerst vernoemde hotels. De integratie in het vastgoedproject Ruimte Noord vereiste de afbraak van de bebouwing in de omliggende straten. Ook het vermelde "Palace Hotel" en het aanpalende "Albert I Hotel" (arch. M. POLAK, 1920) werden enige tijd geleden met afbraak bedreigd door grondspeculanten.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 17 (1841), 6340 (1902), 6515 (1903), 6901 (1905), 7458 (1907), 14996 (1955), 16261 (1971).
AR 1379.
KCML Gare du Nord, plans, section francophone, Brabant, Bruxelles.
SAB, gravures A 37, D 2154, G 1436 en 1449, K 559, P.P. 453, 457.
Publicaties en studies
BESME, V., Plan d'ensemble pour l'extension et 1'embellisement de l'agglomération bruxelloise. Travaux de voierie en général. Habitation de la classe moyenne. Logements de la classe ouvrière, Brussel, 1866, p. 19.
Brussel, breken, bouwen. Architectuur en stadsverfraaiing 1780-1914 (Tentoonstellingscatalogus), Gemeentekrediet van België, Brussel, 1979, pp. 246, 250.
I.V.A.I.B., Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, Saint-Josse-ten-Noode, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 48.
MEIRSSCHAUT, P., Les sculptures de plein air à Bruxelles, guide explicatif, Bruylant, Brussel, 1900, pp. 163-164.
WAUTERS, A., Histoire des environs de Bruxelles, Culture et Civilisation, Brussel, 1973, pp. 74, 78.
AR 1379.
KCML Gare du Nord, plans, section francophone, Brabant, Bruxelles.
SAB, gravures A 37, D 2154, G 1436 en 1449, K 559, P.P. 453, 457.
Publicaties en studies
BESME, V., Plan d'ensemble pour l'extension et 1'embellisement de l'agglomération bruxelloise. Travaux de voierie en général. Habitation de la classe moyenne. Logements de la classe ouvrière, Brussel, 1866, p. 19.
Brussel, breken, bouwen. Architectuur en stadsverfraaiing 1780-1914 (Tentoonstellingscatalogus), Gemeentekrediet van België, Brussel, 1979, pp. 246, 250.
I.V.A.I.B., Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, Saint-Josse-ten-Noode, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 48.
MEIRSSCHAUT, P., Les sculptures de plein air à Bruxelles, guide explicatif, Bruylant, Brussel, 1900, pp. 163-164.
WAUTERS, A., Histoire des environs de Bruxelles, Culture et Civilisation, Brussel, 1973, pp. 74, 78.