Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Maurice DECHAMPSarchitect1902

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14799
lees meer

Beschrijving

Ensemble van vier huizen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. volgens spiegelbeeldschema (Nr. 51 en 57 en Nr. 53 en 55). Bouwaanvraag van 1902 volgens plannen toegeschreven aan arch. Maurice DECHAMPS (zie Linthoutstraat Nr. 156 tot 164), eigenaar van het ensemble.

Gevels in rode baksteen en natuursteen met telkens drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Plint in blauwe hardsteen of natuursteen, onderbroken door rechthoekig of hoefijzerboogvormig getralied souterrainvenster (bij Nr. 53 vervangen door garagepoort in 1961). Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

d'Oultremontstraat 51 tot 57. Bouwaanvraag van 1902 (GAEtt./OW 13661).

Nr. 51, 57. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op begane grond. In tweede bouwlaag rondboogvormig deurvenster onder veelvuldig voorkomende waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met zweepslagmotief ; ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met kepermotief. Twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvormige pseudo-dakvensters in laatste bouwlaag. Doorbuigende rolvormige lekdrempels. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Afgeronde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Ingangstravee met deur in hoekblokomlijsting uitlopend op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die bekronend erkertje ondersteunen ; grote muuropening met houten roedenverdeling ; lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. rustend op twee stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. In laatste bouwlaag rondboogvenster onder steigergatGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en afgeronde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 13661 (1902), inschr.reg. 1258 (1961).