Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

STASSINarchitect1894

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10549
lees meer

Beschrijving

Aanvankelijk ensemble van vier huizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl geïnspireerd door de neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. n.o.v. arch. STASSIN van 1894.

Het huidig ensemble wijkt lichtjes af van het oorspronkelijke plan dat voorzag in een symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. waarbij de panden uiterst links en rechts analoog waren aan nr. 103 en de twee centrale woningen analoog aan nr. 105, doch met een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. boven de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Heden nr. 103 zonder houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met paneeldecoratie, nr. 105 in 1902 met één bouwlaag verhoogd n.o.v. arch. L. HACARDIAUX en oorspronkelijke gevelbekleding en -decoratie van nr. 107 vervangen door een parementGevel- of muurbekleding. in gele baksteen, waardoor de eenheid van het ensemble verloren gaat.

Overige gevels in lichtrode of bruinachtige baksteen verlevendigd door bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. of arduinen speklagen en door talrijke elementen in blauwe hardsteen: stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en imposten, diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en decoratieve waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..

Nr. 103. Twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en eindigend op een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. GebouchardeerdeBewerking van natuursteen waardoor een oppervlak ontstaat met regelmatig verspreide puntjes. trapeziumvormige arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met heden dichtgemetseld tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Hierboven getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen arduinen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. rusten die aanvankelijk een erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., tegenwoordig een balkon schragen. Geveltop met rondbogig tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder arduinen waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., sieranker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief., arduinen aandak met klein bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bolornament. In ingangstravee rechthoekige muuropeningen met typische decoratie.

Nr. 105. Drie bouwlagen en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Middenrisaliet op verdieping. Begane grond met rechthoekige muuropeningen waarboven ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en aanzetstukken in blauwe hardsteen. Bovenbouw met steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.; op eerste verdieping onder waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Centraal balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. leuning. Houten gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Nr. 109. Zelfde type als nr. 103 doch met breed korfbogig deurvenster en balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. leuning i.p.v. puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Eerste verdieping geaccentueerd door een houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met paneeldecoratie op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. KordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., banden, hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en aanzetstukken in al dan niet beschilderde hardsteen. BoogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. met digliefenversiering boven hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. baksteenfries boven zijtravee. Afgeronde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven

GASJ/DS/OW 4690 (1894), 7896 (1909), 14852 (1954).