Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

STASSINarchitect1894

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10549
lees meer

Beschrijving

Aanvankelijk ensemble van vier huizen in eclectische stijl geïnspireerd door de neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. n.o.v. arch. STASSIN van 1894.

Het huidig ensemble wijkt lichtjes af van het oorspronkelijke plan dat voorzag in een symmetrische opstand waarbij de panden uiterst links en rechts analoog waren aan nr. 103 en de twee centrale woningen analoog aan nr. 105, doch met een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. boven de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Heden nr. 103 zonder houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met paneeldecoratie, nr. 105 in 1902 met één bouwlaag verhoogd n.o.v. arch. L. HACARDIAUX en oorspronkelijke gevelbekleding en -decoratie van nr. 107 vervangen door een parementGevel- of muurbekleding. in gele baksteen, waardoor de eenheid van het ensemble verloren gaat.

Overige gevels in lichtrode of bruinachtige baksteen verlevendigd door bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. of arduinen speklagen en door talrijke elementen in blauwe hardsteen: stijlen met hoekblokken en imposten, diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en decoratieve waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..

Nr. 103. Twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en eindigend op een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Gebouchardeerde trapeziumvormige arduinen plint met heden dichtgemetseld tweelicht. Hierboven getoogd vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen arduinen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. rusten die aanvankelijk een erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., tegenwoordig een balkon schragen. Geveltop met rondbogig tweelicht onder arduinen waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., sieranker, arduinen aandak met klein bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bolornament. In ingangstravee rechthoekige muuropeningen met typische decoratie.

Nr. 105. Drie bouwlagen en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Middenrisaliet op verdieping. Begane grond met rechthoekige muuropeningen waarboven ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en aanzetstukken in blauwe hardsteen. Bovenbouw met steekboogvensters; op eerste verdieping onder waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Centraal balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. leuning. Houten gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Nr. 109. Zelfde type als nr. 103 doch met breed korfbogig deurvenster en balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. leuning i.p.v. puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Eerste verdieping geaccentueerd door een houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met paneeldecoratie op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Kordonlijsten, banden, hoekblokken en aanzetstukken in al dan niet beschilderde hardsteen. BoogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. met digliefenversiering boven hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., getrapte baksteenfries boven zijtravee. Afgeronde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven

GASJ/DS/OW 4690 (1894), 7896 (1909), 14852 (1954).