Onderzoek en redactie
2016-2019
Bekijk de weerhouden gebouwenDeze korte rechte straat verbindt de Glasblazerijlaan met de Generaal Dumonceaulaan. Ze geeft eveneens toegang tot de Goede Moedersstraat in de tuinwijk Kersbeek (of tuinwijk Cité Forest Vert).
De straat ligt in de wijk van de Neerstalse steenweg die na 1900 werd verstedelijkt en werd geopend bij K.B. van 17.09.1906.
Haar naam herinnert aan ververij Momm die daar vroeger niet ver vandaan lag, ter hoogte van de oude nr.200, 208-216 Neerstalse steenweg (zie deze straatnotitie). De fabriek van de familie Momm, die van de vroege jaren 1860 tot 1918 actief was, verdween samen met het huis van de familie toen de Auguste Lumièrestraat en de Louis Lumièrestraat werden aangelegd (VERNIERS, L., pp. 192, 193).
Algemener herinnert de naam van de straat eraan dat er zich vroeger talrijke fabrieken vestigden in deze zone van het gemeentelijk grondgebied, en vooral rond de Neerstalse steenweg, omwille van de aanwezigheid van de Geleytsbeek. Vermelden we de veter- en passementswerkfabriek Wenseleers, blekerij Schultz en brouwerij Merlo, brouwerij ’t Fonteintje, de latere brouwerij Van Haelen. Via hun naam verwijzen ook de Glasblazerijstraat, de Zijdeweverijstraat en de Olieslagerijlaan naar dit industriële verleden.
De bebouwing van de straat dateert hoofdzakelijk uit de periode ca. 1910. Ze bestaat uit opbrengstpanden, werkplaatsen en enkele burgerwoningen in eclectische stijl, sommige gebouwd door kleine industriëlen als Paul Hancart (zie nr.16-18), die er hun fabriek of werkplaats hadden gevestigd.
Aan pare zijde wordt de straat afgeboord door een reeks huizen (nr.26-28 tot 36-38-40) die deel uitmaken van de tuinwijk Cité Forest Vert of de tuinwijk Kersbeek. Deze tuinwijk neemt een uitgestrekt bouwblok in gelegen tussen de Neerstalse steenweg, de Generaal Dumonceaulaan, de Kersbeeklaan en de Glasblazerijlaan. Hij werd in 1923-1927 aangelegd op initiatief van de sociale huisvestingsmaatschappij Vorstse Haard en vertoont een specifieke esthetiek die in die periode in België werd ontwikkeld en die in grote mate op de Engelse voorbeelden was gebaseerd. Deze wijk kwam kort na de tuinwijken Floréal, Le Logis, Moortebeek en Cité Moderne tot stand.
Het oorspronkelijke project werd ontworpen en ontwikkeld door architect Henri Van Montfort na een in 1922 uitgeschreven wedstrijd. Het behelsde een groot geheel van woningen in art-decostijl (278 woningen), waarvan twee derden voor de arbeidersklasse en één derde voor de kleine burgerij waren bestemd. Deze woningen –kleine collectieve gebouwen of individuele huizen– zijn gegroepeerd in kleine blokken die langs straten, steegjes en pleintjes liggen. Het geheel oogt als een stedelijk weefsel verlevendigd met bomen en tuintjes.
De tuinwijk werd nadien uitgebreid met een nieuw bouwblok gelegen tussen de Glasblazerijlaan en de Neerstalse steenweg (nr.226 tot 240). Het bevat kleine appartementsgebouwen die in de jaren 1950 rond de Madelonsquare, Manonsquare, Lisonsquare en Toinonsquare werden gebouwd ( architect Henri Van Montfort).
Het geheel onderging een ingrijpende renovatie in 2000-2009.
Bronnen
Archieven
GAV/OW
Dossier 55.
GAV/DS 23-27: 6049 (1912), 6937 (1919), 7199 (1921), 14682 (1946), 15789 (1951), 17075 (1957), 22178 (1998), 23925 (2017); 29: 5283 (1910).
Publicaties en studies
CLAIREMBOURG, Ch., VANDERHULST, G., Du logement ouvrier au logement social (indicatieve lijst), onuitgegeven studie, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, La Fonderie asbl, december 2005, fiche 47.
COOPARCH – R.U., Les sites remarquables du patrimoine social bruxellois, s.l., s.d., pp. 58, 59.
DE PANGE, I., In het hart van Vorst, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2008 (coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 47).
HUSTACHE, A., Forest, CFC-Editions, Brussel, 2001 (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise).
SMETS, M., L’avènement de la cité-jardin en Belgique: histoire de l’habitat social en Belgique de 1830 à 1930, Pierre Mardaga, Luik, 1979, pp. 116-118.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949.
Tijdschriften
VAN PRAAG, Y., “Une cité-jardin méconnue: Forest-Vert”, Les nouvelles de la Fonderie, 53, april 2014, Brussel, p. 2.
GAV/DS 23-27: 6049 (1912), 6937 (1919), 7199 (1921), 14682 (1946), 15789 (1951), 17075 (1957), 22178 (1998), 23925 (2017); 29: 5283 (1910).
Publicaties en studies
CLAIREMBOURG, Ch., VANDERHULST, G., Du logement ouvrier au logement social (indicatieve lijst), onuitgegeven studie, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, La Fonderie asbl, december 2005, fiche 47.
COOPARCH – R.U., Les sites remarquables du patrimoine social bruxellois, s.l., s.d., pp. 58, 59.
DE PANGE, I., In het hart van Vorst, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2008 (coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 47).
HUSTACHE, A., Forest, CFC-Editions, Brussel, 2001 (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise).
SMETS, M., L’avènement de la cité-jardin en Belgique: histoire de l’habitat social en Belgique de 1830 à 1930, Pierre Mardaga, Luik, 1979, pp. 116-118.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949.
Tijdschriften
VAN PRAAG, Y., “Une cité-jardin méconnue: Forest-Vert”, Les nouvelles de la Fonderie, 53, april 2014, Brussel, p. 2.