Typologie(ën)

herenhuis
appartementsgebouw
historische lift

Ontwerper(s)

Charles HOGÉarchitect1928-1929

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
  • Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2002-2004

id

Urban : 17223
lees meer

Beschrijving

Twee huizen, vroeger samen met nr 7 ensemble van drie gebouwen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met bakstenen gevels en simili-natuurstenen elementen, n.o.v. arch. Charles Hoge, 1928 (nr 9) en 1929 (nr 5). Nr 7 (1928) vervangen door bovenmaats appartementsgebouw (arch. Jean Van Hall, 1964) waardoor het ensemble werd ontsierd.

Nr 5, herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Drie bouwlagen onder plat dak. Oorspronkelijke gevel telde slechts vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en op linkerzijgevel twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In 1931 links traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) toegevoegd door arch. Charles Hoge en in 1932 gebouw op nr 1-3 toegevoegd.

Benedenverd. met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., uitwaaierend boven muuropeningen met rond- of korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.. Tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met ovale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. op verdiepingen, overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in doorlopende  simili-natuurstenen omlijsting; stijlen met hoekblokken, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met laurierguirlandes. Laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend geflankeerd door geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroond met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. In tweede bouwlaag van lg. trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Attiekbalustrade momenteel zonder balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Eiken deur. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling.

Nr 9, op hoek met Hertogstraat. Appartementsgebouw met vier bouwlagen. onder plat dak. Vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Broquevillelaan, hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Hertogstraat. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Eerste verdieping benadrukt door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., waarboven borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. In de Broquevillelaan drie van de vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vlg. symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., op twee eerste verdiepingen geflankeerd door Corinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bekroond met halfkoepel waarboven een ronde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. In Hertogstraat, bredere eerste en laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door Corinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in elke bouwlaag van eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Sinds 1930 is dit gebouw voorzien van een lift van het merk Otis.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 5: 3 (1929), 7 (1931); 7: 107 (1928), 195 (1964); 9: 2 (1928).