Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Marcel TOCKarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17488
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., gesigneerd uiterst rechts op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “MARCEL TOCK / ARCHITECTE / 1923”.

Vier bouwlagen op souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudo-mansardedak. Bakstenen gevel met simili- en betonnen elementen op hardstenen plint. SouterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder licht geknikte latei en geometrisch smeedwerk. Benedenverdieping met centraal brede rechthoekige vleugeldeur onder betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en rondboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met uitstralende roeden; verdiepte driedelige rondboogvensters boven borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in contrasterend metselwerk; Simili-arcatuur met bakstenen hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.. Verdiepingen met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Tweede en derde bouwlaag geritmeerd door bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., uitersten opklimmend tot vierde bouwlaag; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op tweede bouwlaag uitlopend in hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. van begane grond. Drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitlopend in dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 502 (1923).