Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Arthur & Auguste TOISOULaannemer, architect1904

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 6908
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. huizen, n.o.v. gebroeders aannemers Arthur en Auguste Toisoul, 1904. Huizen van drie bouwlagen staan recht tegenover elkaar en zijn samen met de hoekhuizen van de aanpalende straat gebouwd (zie Spanjestraat nr. 15-17, 19).

Gevels met verschillende opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. in lichte baksteen met zandstenen elementen. Hoge hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met souterrainvensters onder gedrukte bogenBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog.. Convexe kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Zorgvuldig uitgewerkte stenen elementen en oorspronkelijke smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… leuningen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Nr. 35. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. RisaliterendeRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deur naast smal getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder zandstenen omlijsting, tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. in tweede bouwlaag en laag drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in vierde bouwlaag. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met korfboogvenster onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. in eerste bouwlaag, indrukwekkende zandstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in tweede bouwlaag en asymmetrisch tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met postamentbalkon in derde bouwlaag.

Nr. 38. DubbelhuisGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. van drie bouwlagen en vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Linkertravee: getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., uitgezonderd korfboogvenster in eerste bouwlaag; postamentbalkon in tweede bouwlaag.
Smalle toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.: deur onder zandstenen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op dito hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met gebogen impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., ingeschreven binnen spitse  hoefijzervormige waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in volgende bouwlaag.
Rechtertravee: twee getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste bouwlaag; tweede bouwlaag met zandstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting., steunend op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; derde bouwlaag met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en postamentbalkon.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 224, 307 (1904).