Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

L. HUBINarchitect1905

Stijlen

Neoclassicisme
Art nouveau

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 833
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis met neoclassicistische inslag en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen,waarschijnlijk n.o.v. arch. L. Hubin, 1905.

Winkelpui geritmeerd door stenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder doorlopend  houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; rechts toegangsdeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Doorlopend  balkon in tweede bouwlaag. Risaliterende hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; in hoogste bouwlagen balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-nouveaustijl. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 262 (1905).