Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

D. FASTRÉarchitect1907

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23349
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee opbrengstpanden met commerciële benedenverdieping, identiek volgens spiegelbeeldschema, in eclectische stijl met art-nouveau-invloed, gebouwd volgens de plannen van architect D. Fastré in 1907. Het geheel, dat lichtjes van het oorspronkelijke ontwerp afwijkt, vertoont zowel qua structuur als in het lijstwerkpatroon sterke overeenkomsten met nr. 334-340 Josaphatstraat, dat in 1906 door architect Gustave Strauven werd ontworpen.

De gebouwen delen eenzelfde opstand van vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel met banden in rood- en witgekleurde bakstenen, versierd met hardstenen elementen. Stenen elementen met art-nouveauprofielen. Fijne kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de verdiepingen. Muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., in de middelste bouwlagen van de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schuine onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Op de benedenverdieping, etalage met pilastervormige stijlen met kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., geflankeerd door deuren met gegroefde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., links naar de winkel, rechts naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Op de verdiepingen, brede gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op een metalen ligger die op acht bewerkte metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. moest rusten. Op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) neemt de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. drie bouwlagen in. Op de zijtraveeën, hoekvlak en twee bouwlagen onder een uitkragend terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; onder de uitkraging was een metalen korbeel1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. gepland. Laterale borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de middelste verdieping versierd met sgraffitopanelen met floraal decor, het grootste met vrouwenprofiel. Kooflijst bewaard op de zijtraveeën. Op nr. 53-55, mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. uit 1929. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen, met uitzondering van de deur op nr. 59, met roedeverdeling.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 58-53-59.