Typologie(ën)

bijgebouwen
herenhuis
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Jean THEUGELSarchitect1927

INCONNU - ONBEKEND1882-1887

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22922
lees meer

Beschrijving

Herenhuis ontworpen ca. 1885 in neoclassicistische stijl en opnieuw bekleed in 1927 in art-decostijl door architect Jean Teughels.

Opstand van drie bouwlagen en vijf symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Korfboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping: een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat de twee oorspronkelijke vervangt, en een inrijpoort naar twee achterliggende bijgebouwen. Centrale toegangsdeur met afgeschuinde bovenhoeken, tussen gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder bas-reliëf, met bloemenfries op de eerste verdieping en een decor met fruitschaal op de tweede. Brede trapezoïdale bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op druiper, met gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met volutes. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van de oude gevel. Beglaasde smeedijzeren toegangsdeur, houten inrijpoort met achthoekige getraliede ramen en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de eerste verdieping met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard.

Achtergebouwen, oorspronkelijk gebruikt als stallingen, het ene over de hele breedte van het perceel, het andere achter nr. 46. Ze werden in 1921 tot magazijnen verbouwd. Het grootste werd met twee bouwlagen verhoogd in 1936. In 1952 vestigde er zich een breigoedatelier. Verbouwd tot woningen in 2003-2005.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 285-42-44.