Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Henri VAN MASSENHOVEarchitect1921

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20915
lees meer

Beschrijving

Symmetrisch geheel van drie burgerhuizen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., ontworpen door architect Henri Van Massenhove, gesigneerd op benedenverdieping van nr. 20 “H. Van Massenhove / arch. Brussel”, 1921.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. SimiliBepleistering ter imitatie van natuursteen. gevels – zoals blijkt uit opschrift “simili-pierre / J. Pire. Woluwé” op nr. 20 – nu beschilderd; doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op benedenverdieping. Op elke gevel, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met afgeronde hoeken en bekroond door terras met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk. DakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Decor van cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., guirlandes en medaillonsRonde of ovale cartouche..

Nr. 18 en 22. Identieke gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Smeedijzeren glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat..

Nr. 20. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen, tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op tweede verdieping. Breed dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Benedenverdieping oorspronkelijk met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. links en inrijpoort rechts, gewijzigd in 1961.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 202-18-22.