Typologie(ën)
burgerwoning
architectenwoning
architectenwoning
Ontwerper(s)
Henri JACOBS – architect – 1899
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22538
Beschrijving
Geheel van twee verschillende burgerhuizen in art-nouveaustijl, n.o.v. architect Henri Jacobs, het eerste als persoonlijke woning met atelier, 1899. Dezelfde architect ontwierp zes later ook het aanpalende huis (zie nr. 7).
Deze huizen maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 7 tot nr. 15.
Opstanden van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de linkertravee breder, met op de verdieping twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met pilastervormige moneelStenen vensterstijl., achter een balkon. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste bouwlaag met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. of dubbel kruisraam, die op de verdieping voorzien van een metalen zonnewering waarvan het geschilderde decor is bewaard op nr. 11. Fraaie smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met zweepslaglijnen, op nr. 11 met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Sgraffiti met bloemenmotieven van Privat Livemont, onder meer op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de deur versierd met een glas-in-loodraam met bloemenmotieven.
Op nr. 9, bakstenen gevel met witstenen elementen en onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van gestreepte blokken hardsteen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping onder spitse boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; zonneweringen oorspronkelijk beschilderd met een waaiermotief. Centrale muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. versierd met een plantendecor bestaande uit twee fijne halfzuiltjes onder één kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; van hieruit vertrekt de waaiervormige bloemencompositie van het grote sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., geflankeerd door lange stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hoekblokken. Het decor van groeven is typisch voor de architect. Op de benedenverdieping zijn luchtkokers met het monogram van Henri Jacobs ingewerkt in de sgraffiti van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Voor het sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. had Jacobs op zijn plan een gezicht op Brussel voorzien. Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), paneeldeur onder hellende luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen. met opschrift “H. JACOBS – ARCHITECTE”. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard, dat van het grootste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping voorheen versierd met een glas-in-loodraam als voorzetraam.
Interieur. Op de benedenverdieping, architectuurbureau: ontvangkamer en bureau van de architect vooraan, bureau van de werknemers achteraan. Op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., atelier en archief van het bureau, via een wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. verbonden met de benedenverdieping. Eetkamer en keuken in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Kamers op de verdieping. Art-nouveaudecor. Vestibule met sgraffitifries en houten plafond; trapleuning met smeedijzeren traliewerk en messing trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Achteraan, inrichting uitgevoerd door de zoon van Henri Jacobs, met invloed van de late art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. uit de jaren 1940.
Op nr. 11, witstenen gevel onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping twee per twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. door een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Zonneweringen versierd met een medaillonRonde of ovale cartouche. met vrouwen- of mannenprofiel en bloemenmotieven. Stenen kooflijst. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. waarvan het centrale vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt; gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met topstukken. Deur op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. versierd met een gebeeldhouwde reiger. Traliewerk van het kelderdrielicht verdwenen.
Interieur. Vestibule met sgraffitifries en houten plafond, naast een smal bureau. Achteraan, breed houten trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; leuning met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. met smeedijzeren traliewerk. Daklicht met glas-in-loodraam met bloemenmotief.
Beschermd 12.09.1996
Deze huizen maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 7 tot nr. 15.
Opstanden van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de linkertravee breder, met op de verdieping twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met pilastervormige moneelStenen vensterstijl., achter een balkon. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste bouwlaag met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. of dubbel kruisraam, die op de verdieping voorzien van een metalen zonnewering waarvan het geschilderde decor is bewaard op nr. 11. Fraaie smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met zweepslaglijnen, op nr. 11 met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Sgraffiti met bloemenmotieven van Privat Livemont, onder meer op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de deur versierd met een glas-in-loodraam met bloemenmotieven.
Op nr. 9, bakstenen gevel met witstenen elementen en onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van gestreepte blokken hardsteen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping onder spitse boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; zonneweringen oorspronkelijk beschilderd met een waaiermotief. Centrale muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. versierd met een plantendecor bestaande uit twee fijne halfzuiltjes onder één kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; van hieruit vertrekt de waaiervormige bloemencompositie van het grote sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., geflankeerd door lange stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hoekblokken. Het decor van groeven is typisch voor de architect. Op de benedenverdieping zijn luchtkokers met het monogram van Henri Jacobs ingewerkt in de sgraffiti van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Voor het sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. had Jacobs op zijn plan een gezicht op Brussel voorzien. Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), paneeldeur onder hellende luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen. met opschrift “H. JACOBS – ARCHITECTE”. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard, dat van het grootste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping voorheen versierd met een glas-in-loodraam als voorzetraam.
Interieur. Op de benedenverdieping, architectuurbureau: ontvangkamer en bureau van de architect vooraan, bureau van de werknemers achteraan. Op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., atelier en archief van het bureau, via een wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. verbonden met de benedenverdieping. Eetkamer en keuken in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Kamers op de verdieping. Art-nouveaudecor. Vestibule met sgraffitifries en houten plafond; trapleuning met smeedijzeren traliewerk en messing trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Achteraan, inrichting uitgevoerd door de zoon van Henri Jacobs, met invloed van de late art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. uit de jaren 1940.
Op nr. 11, witstenen gevel onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping twee per twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. door een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Zonneweringen versierd met een medaillonRonde of ovale cartouche. met vrouwen- of mannenprofiel en bloemenmotieven. Stenen kooflijst. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. waarvan het centrale vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt; gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met topstukken. Deur op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. versierd met een gebeeldhouwde reiger. Traliewerk van het kelderdrielicht verdwenen.
Interieur. Vestibule met sgraffitifries en houten plafond, naast een smal bureau. Achteraan, breed houten trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; leuning met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. met smeedijzeren traliewerk. Daklicht met glas-in-loodraam met bloemenmotief.
Beschermd 12.09.1996
Bronnen
Archieven
GAS/DS 9: 182-9; 11: 182-11.
Publicaties en studies
JURION-DE WAHA, Fr., WACHTELAER, A., Le petit monde de l'architecte Henri Jacobs, Annales de la Société Royale d'Archéologie de Bruxelles, dl. 71, 2013, pp. 86-88.
SCHOONBROODT, B., Privat Livemont. Entre tradition et modernité au cœur de l'Art nouveau, Editions Racine, Brussel, 2007, p. 163.
Tijdschriften
Architecture et Décoration, juli 1903, pl. 32.
L'Emulation, 1903, pl. 34.