Typologie(ën)

woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

J. MICHIELSarchitect1924

P. MICHIELSarchitect1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20271
lees meer

Beschrijving

Kunstenaarswoning van de schilder Georges Philippe Jacqmotte in art-decostijl, n.o.v. architect J. en R. Michiels, 1924 (gesigneerd en gedateerd op de sokkel).

Maakt deel uit van bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 105 tot nr. 125.

Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. in baksteen met elementen in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met volutes; de lichtjes gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zit gevat tussen monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Muuropeningen onder mijterboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. in de laatste bouwlaag op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., waar ze per vier gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. zijn, en op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.; deur met stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. bekroond door beelden van uilen. De overige als drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met monelenStenen vensterstijl. en onder getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. Bewaarde metalen deur met fijne glas-in-loodramen in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Interieur met bewaard decor en ruimte-indeling. Benedenverdieping met drie opeenvolgende ruimtes. De centrale ruimte verdeeld in keuken en (eet)plaats onder daklantaarn. Van daaruit, naar verdiepte achterkamer door mijterboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels. en enkele treden met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., waarschijnlijk als atelier gebruikt. Laatstgenoemde opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. naar tuin met drie grote glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met fijn ijzeren raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. Bewaarde parketvloeren, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en deuren in eik. Glas-in-loodramen met sober geometrisch decor.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 149-107.