Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Pierre DECNOParchitect1921-1926

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20841
lees meer

Beschrijving

Geheel van 34 analoge huizen in eclectische stijl, gebouwd van 1921 tot 1926 naar een ontwerp uit 1921 van architect Pierre Decnop, voor eigen rekening en die van zijn vennoot, Charles Van Waeyenberg.

Oorspronkelijk dachten ze aan eenzelfde gevel voor alle huizen, maar op vraag van de gemeente brachten ze wat variatie in het geheel aan. Het oorspronkelijke plan omvatte tien extra huizen, waarvan enkel nr. 66, 72, 78 en nr. 55 Linthoutstraat werden gebouwd, volgens een ander model dan de vorige.

Gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen. Tussen de gevels onderling verschillen de materialen en hun combinatie: rode, gele, roze, witte of grijze baksteen, simili-witsteen, bepleistering, hardsteen of simili-hardsteen. Zo ook variëren de details van de compositie, zoals de behandeling van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. (bossage, vleugelstukken, enz.), de vorm van de muuropeningen (rechthoekig, onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. of rondboog), de aan- of afwezigheid van uitspringende omlijstingen, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. en een oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., het decor van de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (U-vormig, hol, dambord- of visgraatpatroon) of de bekroning van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., soms met pseudokantelen. De borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn recht of gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  soms met roedeverdeling. In het midden van het geheel, op nr. 30 en 32, trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., die op nr. 30 vervangen.

Generaal Gratrystraat 2 tot 6, GAS/DS 114-2-4 (1921).

Garage van latere datum op nr. 36 (1957), 38 (1965) en 48 (1959). Keldervenster getransformeerd op nr. 60 (1972). DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van latere datum op nr. 28 en 42. Deur bewaard op nr. 6 tot 16, 26 en 28, 34 tot 42, 50, 56 en 60. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  volledig bewaard op nr. 8, 12, 14 (roedeverdeling), 24 en 26 (roedeverdeling). GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bewaard, behalve op nr. 4, 18, 42 en 48 (deels). Alle smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn bewaard (nr. 64, 74 en 76). KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen op nr. 32, 38, 42, 46, 50, 54, 56, 60, 64 en 76. Bekroning met kantelen verdwenen op nr. 2, 26 en 44. Nr. 2 op latere datum met brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel. bekleed. Nr. 20 op latere datum bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 2, 4: 114-2-4; 6, 8: 114-6-8; 22 tot 28: 114-22-24-26-28; 34, 36: 114-34-36; 38, 40: 114-38-40; 50, 52: 114-50-52; 54, 56: 114-54-56; 58: 114-58; 60, 62: 114-60-62; 64: 114-64; 74, 76: 114-74-76.