Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Englebert DE MAYER(meester-)metselaar, aannemer1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22495
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie huizen in eclectische stijl, ontworpen voor en wellicht door metselaar-aannemer Englebert de Mayer, 1911.

Deze huizen maken deel uit van bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 2 tot nr. 48.

Opstanden van drie bouwlagen in witgetinte baksteen met elementen in hardsteen en, op nr. 44 en 46, okerkleurige baksteen. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder spitse boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam., sommige met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op de verdiepingen gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. en rond een balkon. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en deuren bewaard; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Op nr. 42 en 46, analoge gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..

Op nr. 44, twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. verspringend en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., rustend op een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op de verdiepingen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. versierd met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 42: 31-42; 44: 31-44; 46: 31-46.