Victor Jacobslaan 18-20

Eclectisch pand uit 1911 met vier bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder later toegevoegd mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (n.o.v. arch. Jean FEYAERTS, 1988).

Gecementeerde gevel met imitatievoegen op arduinen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met deur, bolkozijn en inrijpoort onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel. en tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder gebogen gevelbekroning op gestrekte uiteinden; hieronder twee paar uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die rusten op monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. aan weerszijden van traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. volgens verkleinende ordonnantie, rechthoekige of steekbogig, op de eerste verdieping voorafgegaan door trapezoïdaal balkon, op de tweede verdieping door centraal balkon. In laatste bouwlaag, Venetiaans drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met bekronende oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst.