Zeven sociale wooncomplexen en zevenentwintig arbeidershuizen
Ambachtsliedenstraat 1
Visvijverstraat 58
Ambachtsliedenstraat 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19, 21, 23, 25, 27, 29, 31, 33, 35, 37, 39, 2
Visvijverstraat 50
Ambachtsliedenstraat 4, 4a, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 24, 26, 28
Tweebruggenstraat 24-24a
Typologie(ën)
arbeiderswoning
sociale woonblok
sociale woonblok
Ontwerper(s)
Jules TOURNAY – architect – 1909-1910
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Erfgoedinventaris van de sociale woningbouw (La Fonderie - 2005)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2011-2013
id
Urban : 21381
Beschrijving
Volledige straat bestaande uit zeven sociale wooncomplexen en zevenentwintig arbeidershuizen in eclectische stijl i.o.v. Société anonymes des habitations ouvrières d'Ixelles en n.o.v. architect Jules Tournay, 1909-1910; enkel nr. 28 van 1912.
Vormt de tweede realisatie van de Société anonymes des habitations ouvrières d'Ixelles, na de bouw van de sociale woningen in de nabijgelegen Tweebruggenstraat nr. 20 en 22 (zie daar).
Bakstenen gebouwen met (decoratieve) elementen in witte steen, hardsteen en contrasterende witte baksteen. Sociale wooncomplexen met drie bouwlagen aan begin en eind van straat en arbeidershuizen met twee bouwlagen in het midden van de straat. Meeste gebouwen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Gevels van sociale wooncomplexen geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige muuropeningen op benedenverdieping, o.m. uitstalramen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Eerste verdieping vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en rondboogvensters met verdiepte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op tweede verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst., deels uitgelengd tot op kraagsteen. Alle huizen thans leegstaand en wachtend op renovatie.

Visvijverstraat nr. 58 - Ambachtsliedenstraat nr. 1 en nr. 3 en Visvijverstraat nr. 50 - Ambachtsliedenstraat nr. 2 en 4, 4a. Twee identieke gehelen aan weerszijden van straat. Één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Visvijverstraat en twee volumes met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van elkaar gescheiden door centraal inspringend gedeelte met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en afgesloten door hekwerk tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Indeling: winkel, gemeenschappelijke keuken, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. op benedenverdieping met kleine koer met wc; wooneenheid op elke verdieping bestaande uit twee kamers.
Ambachtsliedenstraat 28. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan eerste als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen en tweelicht in hoogste bouwlaag.
Indeling: naast trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. gemeenschapskamer en slaapkamer op benedenverdieping, keuken en gemeenschapskamer op eerste verdieping en twee slaapkamers op tweede verdieping.
Ambachtsliedestraat nr. 39 en Tweebruggenstraat nr. 24-24a. Geheel van twee complementaire hoekpanden op eind van de straat.
Ambachtsliedestraat nr. 39. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Tweebruggenstraat en drie in Ambachtliedenstraat, waarvan tweede als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen en onder tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken., en derdetravee schuin naar voren springend.
Tweebruggenstraat nr. 24-24a. Drie bouwlagen in Ambachtsliedenstraat, afgeschuinde hoek en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Tweebruggenstraat, waarvan laatste als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht..

Rij arbeidershuizen bestaande uit alternerend gebruik van één van de vier geveltypes. Alle woningen recent gerenoveerd (1999-2000).
Nr. 6, 13, 14, 21, 22, 29. Arbeiderswoning, type I. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met getoogd vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rondboogvenster binnen dezelfde rondboogvormige nis. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deur onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., rondboogvenster en tweelicht in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..
Nr. 8, 11, 16, 19, 24, 27, 35. Arbeiderswoning, type II. Getoogde muuropeningen op benedenverdieping, rondboogvormig op verdieping.
Nr. 9, 12, 17, 20, 25, 33. Arbeiderswoning, type III. Rondboogvormige muuropeningen op benedenverdieping, getoogd op verdieping.
Nr. 7, 10, 15, 18, 23, 26, 31. Arbeiderswoning, type IV. Benedenverdieping met muuropeningen onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Verdieping tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). verbonden met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen omlijsting met ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en ontdubbeld in gemeenschappelijke ontlastingboog.
Indeling: benedenverdieping met twee ruimtes: vooraan keuken, achteraan wasplaats en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. naar kelder en verdieping en achterliggende koer. Verdieping bestaande uit drie slaapkamers.
Vormt de tweede realisatie van de Société anonymes des habitations ouvrières d'Ixelles, na de bouw van de sociale woningen in de nabijgelegen Tweebruggenstraat nr. 20 en 22 (zie daar).
Bakstenen gebouwen met (decoratieve) elementen in witte steen, hardsteen en contrasterende witte baksteen. Sociale wooncomplexen met drie bouwlagen aan begin en eind van straat en arbeidershuizen met twee bouwlagen in het midden van de straat. Meeste gebouwen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Gevels van sociale wooncomplexen geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige muuropeningen op benedenverdieping, o.m. uitstalramen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Eerste verdieping vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. en rondboogvensters met verdiepte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op tweede verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst., deels uitgelengd tot op kraagsteen. Alle huizen thans leegstaand en wachtend op renovatie.

Visvijverstraat nr. 58 - Ambachtsliedenstraat nr. 1 en nr. 3 en Visvijverstraat nr. 50 - Ambachtsliedenstraat nr. 2 en 4, 4a. Twee identieke gehelen aan weerszijden van straat. Één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Visvijverstraat en twee volumes met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van elkaar gescheiden door centraal inspringend gedeelte met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en afgesloten door hekwerk tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Indeling: winkel, gemeenschappelijke keuken, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. op benedenverdieping met kleine koer met wc; wooneenheid op elke verdieping bestaande uit twee kamers.
Ambachtsliedenstraat 28. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan eerste als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen en tweelicht in hoogste bouwlaag.
Indeling: naast trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. gemeenschapskamer en slaapkamer op benedenverdieping, keuken en gemeenschapskamer op eerste verdieping en twee slaapkamers op tweede verdieping.
Ambachtsliedestraat nr. 39 en Tweebruggenstraat nr. 24-24a. Geheel van twee complementaire hoekpanden op eind van de straat.
Ambachtsliedestraat nr. 39. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Tweebruggenstraat en drie in Ambachtliedenstraat, waarvan tweede als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen en onder tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken., en derdetravee schuin naar voren springend.
Tweebruggenstraat nr. 24-24a. Drie bouwlagen in Ambachtsliedenstraat, afgeschuinde hoek en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Tweebruggenstraat, waarvan laatste als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht..

Rij arbeidershuizen bestaande uit alternerend gebruik van één van de vier geveltypes. Alle woningen recent gerenoveerd (1999-2000).
Nr. 6, 13, 14, 21, 22, 29. Arbeiderswoning, type I. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met getoogd vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rondboogvenster binnen dezelfde rondboogvormige nis. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met deur onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., rondboogvenster en tweelicht in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..
Nr. 8, 11, 16, 19, 24, 27, 35. Arbeiderswoning, type II. Getoogde muuropeningen op benedenverdieping, rondboogvormig op verdieping.
Nr. 9, 12, 17, 20, 25, 33. Arbeiderswoning, type III. Rondboogvormige muuropeningen op benedenverdieping, getoogd op verdieping.
Nr. 7, 10, 15, 18, 23, 26, 31. Arbeiderswoning, type IV. Benedenverdieping met muuropeningen onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Verdieping tussen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). verbonden met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen omlijsting met ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en ontdubbeld in gemeenschappelijke ontlastingboog.
Indeling: benedenverdieping met twee ruimtes: vooraan keuken, achteraan wasplaats en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. naar kelder en verdieping en achterliggende koer. Verdieping bestaande uit drie slaapkamers.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 25-/ ; 25-28; 25-6 tot 26 en 7 tot 37.
Publicaties en studies
Het gemeentelijk zwembad van Elsene is 100 jaar oud, 1994-2004, Gemeente Elsene, Brussel, 2004.
GAE/DS 25-/ ; 25-28; 25-6 tot 26 en 7 tot 37.
Publicaties en studies
Het gemeentelijk zwembad van Elsene is 100 jaar oud, 1994-2004, Gemeente Elsene, Brussel, 2004.