Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Max GENARDarchitect1927

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16901
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1927. Gelijkend op nr. 53 en waarschijnlijk van zelfde arch. (Max Genard). Deze beide huizen verschillen van hun buren door hun klein formaat.

Maakt deel uit van een huizenrij uit het interbellum van nr. 25 tot 55.

Twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bakstenen gevel met witstenen elementen. Muuropeningen op benedenverdieping onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; toegangsdeur onder omlijsting met keellijst, bekroond met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en met bloemdecor; daarboven gesculpteerde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met barokke inslag. Op verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen stijlen en dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op., met invloeden van neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. in witsteen. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van verschillende grootte, links onder gewelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en met vleugelstukken; dat van rechts kleiner en onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Verzorgd schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling met gekleurd glas of glas-in-lood bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 229-25.