Onderzoek en redactie

2009-2011

 

Bekijk de weerhouden gebouwenTrapeziumvormig plein waar een groot aantal straten op uitgeven of er vertrekken: in het noorden de Elsensesteenweg en de De Vergniesstraat; in het oosten de Malibranstraat, Zwanenstraat en Brouwerijstraat; in het zuiden de Boondaalsesteenweg en het Heilig-Kruisplein; in het westen de Charles de Gaullelaan, de Vleurgatsesteenweg en de Lesbroussartstraat. Eveneens aan westelijke kant grenst het aan het puntige uiteinde van de Grote Vijver van Elsene.

Het Flageyplein vormde de basis van de eerste dorpskern van Elsene. Het ontstond door de demping van de noordelijke punt van één van de vijvers gevormd door de Maalbeek. De Maalbeek ontspringt in het domein van de abdij van Terkameren en voedde tot in de 19e eeuw een opeenvolging van vier vijvers en stroomde dan verder richting Etterbeek via de huidige Graystraat. Een eerste vijver (de Paddevijver), de kleinste, werd gedempt voor de aanleg van het huidige Rode Kruisplein; de twee volgende (de Pennebroeck en de Ghevaert), zijn thans in één vijver verenigd langs de Klauwaartslaan en van de laatste, de Grote Vijver (de Elssenvijver), werd het noordelijke gedeelte gedempt voor de aanleg van het Heilig-Kruisplein, het huidige Eugène Flageyplein.

De [i]Corenmolen[/i] en zijn waterloop, ca. 1750 (© ARA, Kaarten en plannen in handschrift, 643).

Al in de 13e eeuw bevond zich op de oever van de Grote Vijver, ter hoogte van de huidige Zwanenstraat een watermolen die Corenmolen werd genoemd. Deze molen was eigendom van de abdij van Terkameren en werd aangedreven door het water van de Maalbeek dat door middel van een dam werd tegengehouden. De schaarse huizen die geleidelijk rond de molen werden gebouwd, zouden aan de oorsprong liggen van het dorp Elsene.
Onderaan de huidige De Vergniesstraat bevond zich een gasthuis dat al in 1300 bestond. Deze liefdadigheidsinstelling was een rustplaats voor de voorbijgangers en voor de houtdragers die uit het Zoniënwoud terugkwamen, vooraleer ze de zware klim van de Zwaerenberg (of Berg van Elsene) begonnen, de huidige de Vergniesstraat en verder de Elsensesteenweg. Al heel vroeg kreeg het gasthuis een kapel gewijd aan Maria en het Heilig Kruis, waarvan ze relikwieën bewaarde. De kapel werd almaar groter en werd tot aan de demping van de vijver meerdere keren verbouwd. Vlakbij werd ook een begraafplaats aangelegd die in 1832 werd verhuisd naar een terrein ter hoogte van de huidige Burgemeestersstraat.

Van links naar rechts de brouwerijen [i]Saint-Hubert[/i] en [i]De Sterre[/i], in het midden van de 18de eeuw (©ARA, Kaarten en plannen in handschrift, 8676/A).

De oevers van de Grote Vijver waren ook uiterst geschikt voor de brouwerijindustrie. De brouwerij Saint-Hubert – vermeld vanaf de 17e eeuw – bevond zich ter hoogte van het huidige huizenblok gevormd door het plein, de Zwanenstraat en de Brouwerijstraat. Daarnaast bevond zich De Sterre, een cabaret-café-restaurant, vermeld vanaf de 17e eeuw. De Zwaan (vermeld vanaf de 15e eeuw) bevond zich op de oever aan de kant van de huidige Boondaalsesteenweg. De daarnaast gelegen brouwerij Spagniën, zou de eerste van het dorp zijn geweest. Ze werd vóór 1596 gebouwd. De Don Juan, een cabaret-café-restaurant dat vanaf de 17e eeuw werd vermeld, zou in de 19e en 20e eeuw bekender worden onder de naam La Maison blanche. Het werd in de jaren 1930 gesloopt om plaats te maken voor het Nationaal Instituut voor Radio-Omroep - Institut national de radiodiffusion (NIR-INR). Daarnaast was er ook nog de brouwerij L'Italie, die zich tot in 1890 op de kruising van de Damstraat en de Brouwerijstraat bevond (zie deze straten). Al deze gebouwen langs de vroegere oevers van de vijver werden tussen 1930 en 1935 gesloopt voor de heraanleg van het plein.

De noordelijke punt van de Grote Vijver werd onteigend bij K.B. van 18.06.1856 om er een openbaar plein aan te leggen en een kerk te bouwen. De demping van dit stuk van de vijver leidde tot het vertrek van de brouwerijen en omvorming van de gebouwen tot afspanningen. Een eerste Plan relatif à l'ouverture de la place Sainte-Croix, ontworpen door Victor Besme en gedateerd op 20.04.1863, werd goedgekeurd bij K.B. van 13.08.1864. De kerk die aanvankelijk centraal op het plein was voorzien, werd verplaatst naar de rand van het plein, naast de herberg La Maison blanche (zijn huidige ligging). Om een perspectief op de nieuwe kerk te openen, werd het laatste gedeelte van de Elsensesteenweg, dat voordien het tracé van de De Vergniesstraat volgde, gewijzigd. Het in 1866 opgestelde verkavelingsplan van P. Popp geeft een idee van de densiteit van de gebouwen rond het nieuwe plein.

Eugène Flageyplein (vroeger Heilig-Kruisplein), markt (Prentbriefkaartverzameling Dexia Bank).

Door de plaatsing of organisatie van een muziekkiosk, een kaatsbaan, een velodroom, een wekelijkse markt, een tramhalte (vanaf 1873) en de aanleg van nieuwe straten die op het plein uitkomen (de Malibranstraat, Brouwerijstraat en Lesbroussartstraat), naast de al bestaande Elsensesteenweg en Boondaalsesteenweg, werd het Flageyplein al gauw een klein centrum dat goed verbonden was met de naburige gemeenten. Al snel kwamen hier ook nieuwe gebouwen, naast de bestaande dorpshuizen. In juli 1894 werd hier het monument voor Charles De Coster opgericht (zie de desbetreffende notitie).

In het begin van de 20e eeuw uitte de gemeenteraad de wens om op het Heilig-Kruisplein een prestigieus openbaar gebouw te zetten, om het in een echt stedelijk centrum te veranderen. In 1906 organiseerde de gemeente een openbare wedstrijd voor het ontwerp van de gebouwen voor een vredegerecht, een politiebureau, een brandweerarsenaal, een onderstandsbureau, een arbeidsrechtbank en een comité van aanbeveling van de arbeiderswoningen. Deze gebouwen waren bestemd voor de noordzijde van het Flageyplein en de De Vergniesstraat. In oktober 1907 werd de laureaat, architect Eugène Dhuicque, belast met de uitvoering van de werken. De uitvoering van de definitieve plannen had echter met talloze tegenslagen te kampen: splitsing van het vredegerecht, uitbreiding van het brandweerarsenaal… De plannen werden in februari 1910 uitgesteld. Jaren gingen voorbij zonder dat de werken van start gingen.

Ontwerp voor de inrichting van het Heilig-Kruisplein, architect Eugène Dhuicque, s.d, GAE/OW 35 map 139 [i]Aménagement Place Sainte-Croix[/i].

Intussen had de gemeenteadministratie besloten om de gebouwen over de hele omtrek van het plein te verdelen. Eugène Dhuicque paste daarop zijn plannen aan en wilde ‘een groots achtergronddecor voor de wijk van de vijvers ontwerpen en een soort gemeenteforum creëren dat herinnert aan de oude Vlaamse markten gedomineerd door hun belfort', zo schreef hij in de marge van zijn nieuw ontwerp van november 1912. Zijn plannen zijn echter meer verwant aan de Franse Beaux-Artsstijl dan aan de ‘Vlaamse' stijl: drie bouwlagen, met arcade op de benedenverdieping, en drie identieke traveeën, onder tentdak met dakkapellen. De plannen voor het plein zelf lijken op een Franse tuin. Bij K.B. van 01.09.1913 werd een nieuw rooilijnen- en onteigeningsplan goedgekeurd.

Vervolgens zag de gemeente af van de plannen om op het Heilig-Kruisplein het brandweerarsenaal en het politiebureau te bouwen. Er moest dus een nieuwe conventie worden opgesteld zodat de architect een nieuw ontwerp kon maken. Daarop volgde een lange periode van gedwongen inactiviteit door de Eerste Wereldoorlog.

Ontwerp voor de inrichting van het Heilig-Kruisplein, gemeentearchitect Alphonse Boelens, 1922, GAE/OW 35 map 139 [i]Aménagement Place Sainte-Croix[/i].

In februari 1919 werd een commissie belast met het opstellen van een rapport over de inrichting van het Heilig-Kruisplein. Er waren dertien jaar voorbijgegaan sinds de architectuurwedstrijd en er werden nieuwe voorstellen geformuleerd: sommigen wilden op het plein een nieuw gemeentehuis bouwen, anderen een feestzaal, nog anderen een museum. Het ontwerp van Dhuicque werd afgevoerd, omdat het te streng werd bevonden en geen rekening hield met de commerciële aard van het plein. Men gaf ook de voorkeur aan een stijl die aansloot bij de Vlaamse renaissance. In het archief van de gemeente Elsene zijn meerdere ontwerpen te vinden van gemeentearchitect Alphonse Boelens die met deze desiderata rekening hield (1922). Ook de financiering van het project was een probleem, omdat men toen te kampen had met een financiële crisis. Er werden, overigens vruchteloze, oproepen gelanceerd om een financiële groep te vinden die de gemeentelijke autoriteit zou kunnen bijstaan.

Op 04.09.1931 werd een nieuw plan voor de Transformation de la Place Sainte-Croix et de ses abords aangenomen, dat het plan van 1913 verving: alle huizen aan het plein werden onteigend en de rooilijn gecorrigeerd zodat een vrijwel regelmatig trapezium werd gevormd. De gemeente besloot vervolgens om er een feestzaal te bouwen waarvan de gevel de stijl van het hele plein zou voorafspiegelen. In 1931 werd een wedstrijd georganiseerd die werd gewonnen door architect Camille Damman. Zijn ontwerp werd nooit uitgevoerd, want een deel van het perceel waar de feestzaal moest komen, werd in 1932 verkocht aan het Nationaal Instituut voor Radio-Omroep - Institut national de radiodiffusion (NIR-INR).

Eugène Flageyplein 11-12-13 tot 1-2-3.

Het NIR was inderdaad te krap behuisd in over Elsene verspreide gebouwen en schreef in 1933 een architectuurwedstrijd uit voor een nieuw gebouw, dat op de zuidkant van het Heilig-Kruisplein moest komen. Er waren twee rondes nodig om een ontwerp te vinden dat beantwoordde aan de technische eisen (vooral op het vlak van akoestiek) van het gebouw. Het weerhouden ontwerp was dat van architect Joseph Diongre in modernistische stijl (zie nr. 18-18A –Alphonse de Wittestraat 4 –Belvédèrestraat 27-29). De leden van de gemeenteraad waren niet erg gelukkig met deze stijl, maar niettemin accepteerden ze dat de gevels van de toekomstige gebouwen op het plein in een gelijkaardige stijl zouden worden gebouwd, om het geheel een homogeen karakter te geven. Zo bezegelde Paul-Henry Spaak met de eerstesteenlegging van het NIR, op 03.11.1935 het architecturale lot van het plein.

In 1937 werd het plein genoemd naar Eugène Flagey (1877-1956), die toen burgemeester was, en tevens advocaat en markante figuur onder de Brusselse liberalen. Alleen het voorplein van de kerk behield de naam Heilig-Kruisplein.

In 1938 toen het NIR voltooid werd, begon de constructie van het gebouw van de Société des habitations à bon marché de la commune d'Ixelles [Maatschappij voor goedkope huisvesting van Elsene] tussen de Malibranstraat en de Zwanenstraat, dat tevens Blok Malibran en Victory House wordt genoemd (zie nr. 29-30-31-32-33 – Malibranstraat nr. 1 – Zwanenstraat nr. 2-6-8-10).

Eugène Flageyplein 28-28A-28B tot 20-21-22 (foto 2010).

Na de oorlog, tussen 1948 en 1963, werden de vrije percelen rond het plein verder bebouwd. Eerst en vooral werd de kant tussen de Elsensesteenweg en de De Vergniesstraat bebouwd: nr. 4-5, architect Émile Pater, 1948; nr. 6-7-8, architect Stukkens, 1949; nr. 11-12-13 – Elsensesteenweg 322-324, architect Yvan Blomme, 1954 (zie dit nummer); nr. 1-2-3 – De Vergniesstraat 35-37-39-41, architect A. Mouthuy, 1955; nr. 9-10, architect Josse Franssen, 1956. Dan volgden de gebouwen tussen de Zwanenstraat en de Brouwerijstraat: nr. 20-21-22 – Brouwerijstraat Brasserie 123, E. Brioen, 1958; nr. 23-24, architect Jean Van Hall, 1959; nr. 25-26-27, architect Jean Van Hall, 1959; nr. 28-28A-28B – Zwanenstraat 5-7, architect E. Brioen, 1960. Het geheel werd vervolledigd door de nr. 2-4-6-8-10 van de Boondaalsesteenweg en het nr. 162 van de Brouwerijstraat (architect Y. Goetghebuer, 1962), het nr. 19 (architecten Michel Barbier en Alain Vulihman, 1963) en het gebouw op de hoek van de Malibranstraat en de De Vergniesstraat, De Vergniesstraat nr. 42-44 – Malibranstraaat 2-4-6-8-10 (architect Jacques Mignolet, 1964).

Het geheel dat binnen ongeveer dertig jaar tot stand kwam, bezit een grote homogeniteit. Zoals de gemeenteraad had bepaald, nemen de nieuwe gebouwen de kenmerken over van het NIR. Elk gebouw heeft een gelijkaardige hoogte, een gevel in gele baksteen, een benedenverdieping met handelsruimten, waarboven zich een tussenverdieping bevindt en die samen bekroond zijn door een betonnen luifel; verder hebben ze vensterregisters en een terrasdak. Deze laatste elementen zorgen voor een vrijwel doorlopende horizonlijn. Niettemin bezit elk gebouw zijn architecturale eigenheid.

Op de hoek van de Zwanenstraat bevindt zich een door Irène Vilar ontworpen beeld dat een hommage is aan Fernando Pessoa (1888-1935). Het is een uitvergroot portret van de Portugese dichter dat in juni 1989 werd ingehuldigd. De Portugese gemeenschap van België is immers sterk aanwezig in de wijk.

Tijdens de jaren 2000, heeft het Flageyplein ingrijpende veranderingen ondergaan onder meer door de aanleg van een ondergronds stormbekken. Bij die gelegenheid werden archeologische opgravingen op de sites van het Heilige Kruis Kapel en het aangrenzende kerkhof uitgevoerd waarbij een klein deel van de muren van de kapel en 34 graven (daterend uit de 15e eeuw tot 1832) werden ontdekt.

Bronnen

Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/OW 123.
GAE/OW 35 map 139 Aménagement Place Sainte-Croix; 35 Place Sainte-Croix – Bloc Brasserie (pl. Flagey).
GAE/OW Pl.2 Place Sainte-Croix.
GAE/DS 4-5: 123-4-5; 6-7-8: 123-6-7-8; 1-2-3: 123-1-2-3; 9-10: 123-9-10; 20-21-22: 123-20-21-22; 23-24: 123-23-24; 25-26-27: 123-25-26-27, 123-25; 28-28A-28B: 123-28-28A, 123-28.

Publicaties en studies
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Patrick Derom Gallery, Brussel, 2002, p.98.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Ixelles-Village et le quartier des Étangs, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 3).
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Les étangs et l'Abbaye de la Cambre, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 4).
Le quartier des étangs d'Ixelles, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 10).
GONTHIER, A., Histoire d'Ixelles, Le Folklore Brabançon, Impr. De Smedt, Brussel, 1960, pp. 45-90, 134-135, 151-154, 208-210.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., et al., Atlas du sous-sol archéologique de la Région de Bruxelles:15 Ixelles, Brussel, 2005, pp. 50-58.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp.89-92.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, pp.290-293.

Tijdschriften
‘Concours pour le projet de construction d'une Salle de Spectacles avec locaux accessoires, Place Sainte-Croix à Ixelles', L'Émulation, 6, 1932, pp. 163-166.
DU JACQUIER, Y., ‘Brelan de jolies places à Ixelles', Mémoire d'Ixelles, 13, 1984, s.p.
MARTINY, V.-G., ‘L'aménagement de la place Sainte-Croix à Ixelles, aujourd'hui Eugène Flageyplein, ou un exercice de longue haleine', Bulletin de la Classe des Beaux-Arts, 6e série, T. IV, 1-6, Académie royale de Belgique, Brussel, 1993.