Bekijk de weerhouden gebouwen
Deze lange verkeersweg ligt op de gemeentegrens tussen Vorst en Elsene en verbindt de Rodenbachstraat met het Georges Brugmannplein. Op grondgebied Vorst kruist ze de Albertlaan en de Georges Brugmannlaan, en op grondgebied Elsene de Franz Merjaystraat.

De aanleg van de straat, begin 1900, maakte deel uit van de aanleg van de Berkendaalwijk, een groot project
op grondgebied Elsene, Ukkel en Vorst op initiatief van en gedragen door bankier Georges Brugmann. Het project omvatte twee delen: het eerste betrof de zone ten oosten van de Brugmannlaan (Elsene en Ukkel), en het tweede de terreinen ten westen ervan (Vorst). De uitvoering van het plan met betrekking tot de zones in Elsene en Ukkel werd toevertrouwd aan landmeter César Boon, die het Plan général d’alignement pour l’ouverture des rues du quartier Berkendael opstelde, vastgelegd bij K.B. van 12.07.1902 en nadien lichtjes gewijzigd door de K.B.’s van 02.05 en 31.05.1904. Het Vorstse deel van de wijk, uitgevoerd door ingenieur Désiré Van Ouwenhuysen, werd vastgelegd door het Plan général d’alignement et d’expropriation par zones vastgelegd bij K.B. van 12.07.1902. Dit plan zette het plan voort dat C. Boon een jaar eerder voor Elsene had ontworpen.

Plan d’aménagement urbanistique du quartier Berkendael, à cheval sur les communes d’Ixelles, Forest et Uccle, vastgelegd bij K.B. van 12.07.1902 (C. Boon en D. Van Ouwenhuysen).

De straat volgde ruwweg en gedeeltelijk het tracé van een oude weg genaamd Berkendael Los, een e
tymologie die verwijst naar de talrijke berken die op deze landelijke en heuvelachtige plek stonden. Deze weg verbond de Waterloosesteenweg met de voormalige Catteweg (de huidige Rodenbachstraat), die zelf naar het oude gehucht “De Cat” (Ukkel) leidde.

Berkendaal Los, oude aarden weg afgeboord met twee of drie boerderijen, s.d. (Verzameling van Dexia Bank).

Voordat de Berkendael Los in het kader van het plan van aanleg van 1902 werd rechtgetrokken en verbreed, bevonden er zich al enkele gebouwen, waarvan nog enkele zeldzame overblijfselen bestaan, zoals de oude kroeg gelegen op nr.125-127 (eind 19e eeuw) of de woning met werkplaats gelegen op nr.73-75, uit 1893, een herinnering aan de ambachtelijke of semi-industriële activiteit die de straat ooit kenmerkte.

Op grondgebied Elsene, eerste bebouwing tussen 1905 en 1912 met huizen in verschillende stijlen: neoclassicistisch, eclectisch of Beaux-Arts.
Tijdens deze periode ontwierp architect P. Ernotte een geheel van huizen in eclectische stijl (zie nr. 181 tot 185). Tussen 1929 en 1935 volgde een tweede bebouwingsperiode, nu met appartementsgebouwen (zie nr. 118 tot 132) in art-deco of modernistische stijl.

Berkendaalstraat, eind van de onpare zijde, ca. 1910 (Verzameling van Dexia Bank).

Op grondgebied Vorst en Elsene dateert de bebouwing van de straat hoofdzakelijk uit de jaren 1905-1910. Ter hoogte van de Brugmannlaan gaat het om bijzonder gegoede woningen, zoals de huizenrij van nr.151 tot 161 (zie deze nummers; nr.161 staat op grondgebied Elsene), maar het gros van de bebouwing was voor de middenklasse bestemd en bestond uit kleine opbrengstgebouwen (zoals nr.3-5 uit 1905, nr.14 uit 1913 of nr.40-40A uit 1911), maar vooral uit huizen waarin de eclectische stijl overheerste, zoals in het geheel gevormd door nr.11, 13 en 15 (zie deze nummers). Sommige ervan vallen op door hun decoratieve details, zoals aan pare zijde de gevel met art-nouveau-inslag op nr.20 (n.o.v. architect Jos Goret, 1908), waarvan het schrijnwerk en het ijzerwerk helaas zijn vervangen; nr.30 (1905); nr.38 ontworpen door architect Léon Janlet en versierd met enkele details in Beaux-Artsstijl (1911). Aan onpare zijde vermelden we nr.19 n.o.v. architect Henri Gottot en “1906” gedateerd; nr.51, n.o.v. architect Jean Maelschalck, 1903; en nr.59 met zijn opmerkelijke sgraffiti (1902).

Berkendaelstraat, huizenrij vanaf nr. 69, s.d (Verzameling Belfius Bank © ARB-GOB).

De allereerste gebouwen verrezen begin 1900. Voorbeelden hiervan zijn de gebouwen in eclectische stijl van het voormalige Institut Diderot (zie nr.70-72) en het geheel van drie kleine opbrengstgebouwen die in 1902 door de Société Anonyme des Habitations à Bon Marché de l’Agglomération Bruxelloise [Maatschappij voor Goedkope Huisvesting van de Brusselse Agglomeratie] werden gebouwd (zie nr.11, 13 en 15) en die deel uitmaakten van een uitgebreider project dat zich ook uitstrekte tot de Rodenbachstraat (zie nr.8 tot 12, nr.14 tot 22 en nr.27 tot 35) en de Marconistraat (zie nr.32 tot 38-42). Deze terreinen waren door de Société aangekocht zodra het plan van aanleg van de Berkendaalwijk was uitgewerkt in het kader van een overeenkomst met G. Brugmann. Deze aankopen pasten in de context van de nieuwe verstedelijking van de Brusselse voorsteden en kwamen tegemoet aan de noodzaak om een nieuw onderkomen te vinden voor de arbeiders die uit hun huizen waren gezet als gevolg van de grote sanerings- en urbanisatiewerken in de Vijfhoek.

Deze bebouwing bevat enkele zeldzame gebouwen opgetrokken tijdens het interbellum, zoals de dubbelhuizen met art-deco-invloed gelegen op nr.103 en 105 (1933), waarvan het oorspronkelijke schrijnwerk is bewaard.

Sinds 1984-1986 bevinden zich in de straat ook de gebouwen van de gevangenis van Berkendael (nr.42-48, ingenieur Kris Bovyn), een vrouwengevangenis die werd ontworpen als bijgebouw van de gevangenis van Vorst (zie Verbindingslaan nr.50A-52) waarmee ze rechtstreeks in verbinding staat. Deze gevangenisgebouwen werden opgetrokken op de plaats van het voormalige Institut Notre-Dame de Pellevoisin, een klooster van de Zusters Franciscanessen dat in 1902-1903 door architect Alex. Struyven werd gebouwd.

Voormalig klooster van de Zusters Franciscanessen, opstand (gesloopt), GAV/DS 3161 (1902).


Bronnen

Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/OW Convention Berkendael (plan naar de hand van landmeter C. Boon, Elsene, 20 september 1898).
GAV/OW dossier 12 (Brugmannwijk).

GAV/DS 3-5: 3858 (1905), 9341 (1927), 21764 (1994); 14: 6312 (1913); 19: 3937 (1906), 12183 (1933); 20: 4681 (1908), 25124 (2001-2012), 25327 (2012-2013); 30: 3778 (1905); 38: 5548 (1911), 9211 (1927); 40-40A: 5636 (1911), 24410 (2008-2010), 24515 (2009); 42-44-46-48: 3161 (1902-1903), 7786 (1923), 14594 (1946), 14725 (1946), 17269 (1958), 18262 (1962), 18584 (1964), 20506 (1982), 20596 (1984-1986); 51: 3248 (1903); 59:1893 (1902), 8541 (1925); 73-75:828 (1893), 3133 (?), 8671 (1925), 16193 (1953), 16703 (1955); 103, 105: 12060 (1933); 103: 17781 (1966), 23547 (2005-2006); 105: 12816 (1935), 22235 (1998); 125-127: 5811 (1912), 6344 (1913), 7840 (1923), 8229 (1924), 12899 (1935), 20987.

Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., L'avenue Molière et le quartier Berkendaal, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Bruxelles ville d'art et d'histoire, 33), p. 3.
GAIARDO, L., Société coopérative du logement de l’agglomération bruxelloise. Centième anniversaire, IGEAT – ULB, 2000, pp. 7-9.
GUERIN, T., Ixelles en cartes postales anciennes, Bibliothèque Européenne, Zaltbommel, 1978, s.p.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 159-172.
VERNIERS, L.,Histoire de Forest Lez Bruxelles, Brussel, 1949.

Tijdschriften
VAN CAUWELAERT, J.-F., ‘Une église à la plaine de Berkendaal: les débuts à la paroisse de l'annonciation à Ixelles', Mémoires d'Ixelles, nr. 73-74, 1999, p. 17.

Kaarten / plannen
DE WAUTHIER, G., Carte manuscrite de Wautier, Bruxelles et ses environs en 1821, Brussel, 1821.
POPP, P. C., Atlas cadastral de Belgique, Plan parcellaire de la commune d'Ixelles avec les mutations, Brussel, 1860.