Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
Joseph LENOIR – architect – 1904
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme met pittoresk karakter
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 17871
Beschrijving
Huis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met pittoreskeCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. inslag n.o.v. arch. Joseph Lenoir, 1904.
Symmetrische gevel. Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. SokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met groene en paarse stenen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in verschillende vormen. Op benedenverdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hout en metaal. Houten pittoreskeCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. elementen. Dubbele vleugeldeur versierd met schorenSchuingeplaatste paal, balk of stijl die iets schraagt, de druk van een belasting opvangt of een zijdelings verband aanbrengt.; fraaie zadeldakvormige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten)., op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met kunstig bewerkte stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.; lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. van houten planken; kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met tollenHangende elementen aan de klossen van een kroonlijst.. Oorspronkelijk topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met zichtbare dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten). waaraan doorlopend balkon voor venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van tweede verdieping bevestigd was. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Symmetrische gevel. Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Bakstenen gevel met hardstenen elementen. SokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met groene en paarse stenen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in verschillende vormen. Op benedenverdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hout en metaal. Houten pittoreskeCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. elementen. Dubbele vleugeldeur versierd met schorenSchuingeplaatste paal, balk of stijl die iets schraagt, de druk van een belasting opvangt of een zijdelings verband aanbrengt.; fraaie zadeldakvormige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten)., op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met kunstig bewerkte stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.; lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. van houten planken; kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met tollenHangende elementen aan de klossen van een kroonlijst.. Oorspronkelijk topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met zichtbare dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten). waaraan doorlopend balkon voor venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van tweede verdieping bevestigd was. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Bronnen
Archieven
SAB/OW 12626 (1904).